3V Brückenschlag 3: modale hulpww kunnen

Modalverb: können 
ich kann
du kannst
er/sie/es kann
wir können
ihr könnt
sie/Sie können
können = kunnen, in staat zijn
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Modalverb: können 
ich kann
du kannst
er/sie/es kann
wir können
ihr könnt
sie/Sie können
können = kunnen, in staat zijn

Slide 1 - Tekstslide

ik kan, jij kunt, hij/zij kan =
ich ......., du ........, er/sie ........

Slide 2 - Open vraag

wij kunnen, jullie kunnen, zij kunnen/u kunt =
wir ......., ihr ........, sie/Sie ........

Slide 3 - Open vraag

Jij kunt goed leren - Du .......... gut lernen.
A
kannst
B
könnt
C
können
D
kann

Slide 4 - Quizvraag

Kunnen jullie zwemmen - .......... ihr schwimmen?
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt

Slide 5 - Quizvraag

Hij kan in de rolstoel niet naar school - Er .......... im Rollstuhl nicht in die Schule gehen.
A
kannst
B
können
C
könnt
D
kann

Slide 6 - Quizvraag

(kunnen) Wir ................. zur Schule gehen.

Slide 7 - Open vraag

(kunnen) Die drei Kinder ................. schon Fahrrad fahren.

Slide 8 - Open vraag

(mogen) Er ................. in diesem Gebäude nicht rauchen.

Slide 9 - Open vraag

(kunnen) Ich ................. mit dem Auto zur Schule fahren.

Slide 10 - Open vraag