Grammaticale correctheid, woordgebruik en woordenschat
Non-verbale communicatie
Kijkt rond
Slide 16 - Tekstslide
de presentatie
Waar letten we op?
Een presentatie die aanspreekt
Een inleiding-middenstuk-slot
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Wat valt je op?
Maak notities
Let op uitspraak, verstaanbaarheid, intonatie, stemvolume, vloeiendheid, samenhang, non-verbale communicatie
Slide 19 - Tekstslide
Samengevat
Wat zijn de tops?
Wat zijn de tips?
Slide 20 - Tekstslide
Online
1. Ga staan
Als je staat terwijl je presenteert is de overdracht veel dynamischer en levendiger. Staan helpt jou als presentator, je bent meer gefocust en je kunt beter gebruik maken van je ademhaling. Bijkomstig effect is dat je stem veel voller is. Dat is voor je toehoorders prettig om naar te luisteren en ook nog eens prettiger om naar te kijken.
Slide 21 - Tekstslide
Online examineren
2. Zoek de interactie op
Verwelkom het publiek
Stel vragen
Laat het publiek reageren
Start een discussie
Plaats een stelling
Slide 22 - Tekstslide
Online examineren
3. Vertel een anekdote
4. Zorg voor een rustige, neutrale achtergrond
5. Laat je gezicht en bovenlijf zien (verlichting van boven en voren)
6. Wees voorbereid, inhoudelijk en technisch
Slide 23 - Tekstslide
aandacht voor.....met tips
- spreekangst
Neem vooraf 2 min. een krachtige houding aan
Noem het 'gezonde spanning'
Fake it till you make it
Let op je ademhaling
Vind jezelf niet zo belangrijk: houd je bezig met de ander
- te snel spreken
toentomatentomatentomatentovrat
Slide 24 - Tekstslide
Een presentatie maken
gaan we straks mee aan de slag
maken Nu Nederlands spreken 1 & 2 verkorte versie.