3G 5.2 Gelijkvormigheid

5.2 Gelijkvormigheid
Hoofdstuk 5 Gelijkvormigheid
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.2 Gelijkvormigheid
Hoofdstuk 5 Gelijkvormigheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
doen vandaag?
  • Terugkoppeling PTA
  • leerdoelen
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Aan het werk
  • Vragen en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat overeenkomstige hoeken en overeenkomstige zijden zijn.
  • Je leert wat gelijkvormige figuren zijn.
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Is dit een wiskundige vergroting ?

A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Is dit een wiskundige vergroting ?

A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Welk figuur
is geen
vergroting?
A
figuur A
B
figuur B
C
figuur C
D
figuur D

Slide 6 - Quizvraag

Bij vergroten zijn het origineel en het beeld gelijkvormige figuren.

De hoeken die bij het vergroten bij elkaar horen, heten overeenkomstige hoeken.
De zijden die bij het vergroten bij elkaar horen, heten overeenkomstige zijden.

Bij gelijkvormige figuren zijn overeenkomstige hoeken even groot en is de verhouding tussen de overeenkomstige zijden gelijk.

Slide 7 - Tekstslide

x en o bij de hoeken betekenen dat die hoeken hetzelfde zijn.
Dus ∠A = ∠D en ∠B = ∠E 

BC is overeenkomstige zijden 
met EF

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de
overeenkomstige
zijde van zijde AC?
A
DE
B
AB
C
BC
D
DF

Slide 9 - Quizvraag

Welke zijde is overeenkomstig met AB?
A
BC
B
PQ
C
QR
D
PR

Slide 10 - Quizvraag

Welke zijde is overeenkomstig met zijde NP?
A
KM
B
LP
C
LM
D
KL

Slide 11 - Quizvraag

Twee driehoeken zijn
gelijkvormig wanneer....
A
de overeenkomstige hoeken gelijk zijn
B
Ze even groot zijn
C
De hoeken dezelfde kleuren hebben
D
Alle zijden met dezelfde factor zijn vermenigvuldigd

Slide 12 - Quizvraag

Welke hoek is overeenkomstig met hoek B?
A
Hoek A
B
Hoek P
C
Hoek Q
D
Hoek C

Slide 13 - Quizvraag


Welke hoek is de overeenkomstige hoek van hoek F?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

De tekening bestaat uit 2
gelijkvormige driehoeken.

Wat is de overeenkomstige
hoek van hoek E?
A
C
B
F
C
A
D
B

Slide 15 - Quizvraag

timer
10:00
Aan het werk
De eerste 10 min. ga je in stilte aan het werk! 
Daarna mag er zachtjes worden overlegd.
Bladzijde 162, 163 en 164
Opdracht 7 tot en met 12

Klaar?: Laten zien en Nakijken

Slide 16 - Tekstslide

  • Wat overeenkomstige hoeken en overeenkomstige zijden zijn.
  • Wat gelijkvormige figuren zijn.
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 17 - Tekstslide