opname, werking, omzetting, uitscheiding

FPZ Startthema 
17-09-2023
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FPZMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

FPZ Startthema 
17-09-2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maag
dikke darm
slokdarm
dunne darm

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na inname wat gebeurt er dan?
  • Absorptie: Opname van werkzame stof in bloedbaan
  • Distributie: Verdeling van werkzame stof door lichaam
  • Metabolisme: Omzetting door het lichaam.
  • Eliminatie/Excretie: 
    Uitscheiding van werkzame stof
     via urine (nieren) en ontlasting
     (lever en darmen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farmacokinetiek
Wat doet het geneesmiddel in het lichaam?


Opname (absorptie)
Verdeling (distributie)
Metabolisme (omzetting / werking)
Uitscheiding (excretie)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Absorptie: medicatie komt in de bloedbaan terecht. Absorptie wordt bepaald door de chemische eigenschappen van de stof zelf, maar ook door de toedieningswijze.
Inname met zuivel kan de opname beinvloeden (door de binding van de stof aan eiwitten of calcium). Het middel moet ook bestand zijn tegen het zure milieu in de maag. Sommige medicatie = in retard vorm geeft werkende stof vertraagd af.
Distributie: het bloed verdeeld na absorptie het medicijn door het gehele lichaam. Om het medicijn werkzaam te laten in het lichaam is MEC nodig = Minimale Effectieve Concentratie. Dit wordt ook wel plasmaspiegel genoemd. Dit is voor ieder medicijn weer verschillend. Sommige medicijnen is sprake van eiwitbinding medicijnen hechten zich aan dit eiwit, hierdoor blijft er weinig werkzame stof over. Van dit medicijn is een hogere dosis nodig.
Belangrijkste eiwit in de bloedbaan is Albumine uit de lever; dit bindt veel medicijnen aan zich. Daarom hebben mensen met een leveraandoening vaak een te laag albumine gehalte, waardoor ze snel een te hoge concentratie medicatie binnen krijgen = vergiftiging (toxische spiegel).
Halfwaardetijd= t ½ ; bepaalt het interval waarmee de medicijnen moet toedienen. Korte t ½ is vaker innemen. Het is de tijd die nodig is om een medicijn de helft van de oorspronkelijke plasmaconcentratie te laten bereiken.
Metabolisme = chemische en fysische processen die medicijnen in het lichaam ondergaan heet ‘metabolisme’. Vind voor het grootste gedeelte plaats in de lever en som in andere organen zoals nieren, darmen en longen.
Eliminatie; uitscheiding gebeurt langs verschillende wegen. De nieren is het belangrijkste orgaan uitscheiding/ eliminatie. Ook de lever heeft een aandeel hierin.

Medicijn in lichaam
Opname van medicatie kan worden ingedeeld in vier fases:
Absorptie = opnemen van medicatie in het lichaam
Distiributie = verdeling over het lichaam
Metabolisme = omzetten van medicatie in de lever
Eliminatie = uitscheiden medicatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabletten dienen altijd heel doorgeslikt te worden
Ja, anders worden ze niet goed opgenomen in het bloed
Nee, je moet ze altijd uiteen laten vallen
soms, want een enkele keer dient de werking via het mondslijmvlies te worden opgenomen.

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn medicijnen waarbij je altijd rechtop moet zitten of staan zodat je slokdarm niet beschadigt
ja
nee

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke afkorting geeft aan dat een tablet een maagbeschermend laagje heeft
A
SR
B
EC
C
MGA
D
ZOC

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder biologische beschikbaarheid?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip halfwaardetijd?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies