A1a woordsoorten les 3 zn + lw / les 1 bn

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lesdoelen:

Ik kan / weet:

• lidwoorden herkennen.
• zelfstandige naamwoorden herkennen.

Lidwoord (lw)

Bepaald lidwoord (blw) = de en het

Onbepaald lidwoord (olw) = een

Zelfstandig naamwoord (zn)

• Je kunt een zelfstandig naamwoord meestal in het meervoud zetten.
  
• Je kunt er ook vaak een verkleinwoord van maken.
  
• Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten.
  
• Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden.

Concreet - abstract zn

Concreet = iets wat je kunt aanraken

Abstract = iets wat je niet kunt aanraken of wat niet bestaat.

De tijd (uur, minuut etc.) = abstract

De klok = concreet

De liefde = ?

De voetbal = ?

Bijvoeglijke naamwoord (bn)

zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn)

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

• een bn zegt iets over een zn
• een stoffelijk bn geeft het materiaal aan en eindigt vaak op      - en (de houten stoel, de koperen plaat)

--> een bn staat er soms voor (De waardevolle schilderijen.)

--> soms achter (De schilderijen zijn waardevol.)

--> soms nog verder weg (De schilderijen die ik gisteren kocht zijn erg waardevol.)

Schrijf op: alle zelfstandig naamwoorden en de bijvoeglijke naamwoorden.

Als je ‘Sinterklaas’ zegt, dan zeg je natuurlijk ook...:. Chocoladeletters, taai-taai, marsepein, en natuurlijk: lekkere pepernoten! Nee Piet, deze niet. Dit zijn kruidnoten. Kruidnoten zijn die halve bolletjes van speculaas die rond 5 december de kindermondjes invliegen en daar op knapperige wijze vermalen worden. Wel raak blijven gooien, lieve Piet.

Als je ‘Sinterklaas’ zegt, dan zeg je natuurlijk ook...:. Chocoladeletters, taai-taai, marsepein, en natuurlijk: lekkere pepernoten! Nee Piet, deze niet. Dit zijn kruidnoten. Kruidnoten zijn die halve bolletjes van speculaas die rond 5 december de kindermondjes invliegen en daar op knapperige wijze vermalen worden. Wel raak blijven gooien, lieve Piet.

Totaal 14 zn en 4 bn

Wat nu?

We beginnen samen met opdracht 1 op blz. 60. Deze maak je zelf af. Daarna ga je verder met opdracht 

2 t/m 4 (blz. 61).

We kijken samen het huiswerk na.

Macbook

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord

Gedachte

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord

Lopen

1. Werkwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

oorlog, enthousiasme, zelfverzekerd

1. concreet zelfstandig naamwoord
2. abstract zelfstandig naamwoord

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. mooi
2. interessant
3. gedurende
4. vreugde

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

1. bijwoord
2. werkwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. lidwoord

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord in deze zin is het zelfstandig naamwoord?

1. slimme
2. leerling
3. snapt
4. de

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

_______

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

____________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

________________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Welke woordsoort is onderstreept?
Deze les doen we een herhaling van de woordsoorten.

_____________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. lidwoord

Mijn nieuwe fiets zet ik altijd goed op slot.

________

1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord

Hoe heb je gewerkt?

1. :)
2. :|
3. :(

Volgende week (7-12 t/m 11-12)

H3 woordsoorten: blz. 90-91

di 8-12: lezen theorie blz. 91

do 10-12: af / maken blz. 90-91 opdracht 1 t/m 3 + 5

H4 woordsoorten: blz. 120-121 

do 10-12: lezen theorie blz. 120

Vrijdag 11-12 Uitleg Jonge Jury