Rampen in de Middeleeuwen

Rampen in de Middeleeuwen
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rampen in de Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Blok 3 Rampen in de Middeleeuwen wat waren de gevolgen?

Slide 2 - Tekstslide

Welke twee tijdvakken vormen samen de Middeleeuwen?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen en de tijd van de jagers en boeren
B
De tijd van de pruiken en revoluties en tijd van de steden en staten
C
De tijd van de monniken en ridders en de tijd van de ontdekkers en de hervormers
D
De tijd van de Monniken en ridders en de tijd van de steden en staten

Slide 3 - Quizvraag

Hongersnood
landbouw 900 n. chr.
Tijd van de monniken en ridders
  • Einde van het Romeinse Rijk: veel oorlog weinig handel
  • Boeren verbouwen wat ze zelf nodig hebben: geen specialistie, opbrengst is laag
  • Boeren moeten een deel van hun oogst afstaan aan hun heer
Gevolg er komen veel hongersnoden

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor ontstonden er hongersnoden in de Middeleeuwen
A
Er waren te weinig boeren
B
Er was veel droogte in de Middeleeuwen
C
boeren verbouwden alleen wat ze zelf nodig hadden
D
Boeren moesten een deel van hun oogst aan hun heer geven

Slide 5 - Quizvraag

Wat weten jullie over Vikingen?

Slide 6 - Woordweb

De vikingen vallen aan
800- 918 na Chr.

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.

Slide 8 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
900: Vikingen gaan met hun schepen vanuit Scandinavie op rooftocht.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zag een viking eruit? Sleep het plaatje naar het juiste vak,
Verzonnen / niet waar 
Feit / waar

Slide 10 - Sleepvraag

Noormannen
  • Rond het jaar 900 vertrekken de Noormannen (of Vikingen) vanuit Scandinavie.
  • De Vikingen hebben erg goede schepen.
  • Ze gebruikten hun schepen om handel te drijven, maar ook om op rooftocht te gaan.
  • De vikingen ontdekken dat Europa zwak is en roven steeds meer spullen bij elkaar


De Vikingen geloofden dat ze in het Walhalla (de Vikinghemel) kwamen als zij dapper vochten. Sterven in de strijd was de hoogte mogelijke eer.
Valt het je ook op dat de Vikingen op de afbeelding helmen zonder hoorns dragen... Dat komt omdat de hoorns er later bij bedacht zijn, in het echt hadden ze dat helemaal niet!

Slide 11 - Tekstslide

Viking aanvallen in Nederland

Slide 12 - Tekstslide

De vikingen vallen aan in Nederland
De Vikingen vallen de stad  Dorestad aan dit is een rijke handelsplaats in het huidige Nederland De vikingen doen dit zelfs twee keer. 

De naam Dorestad is nog terug te vinden in Nederland.

Bij Utrecht ligt het plaatsje Wijk Bij Duurstede
Of Wijk bij Dorestad

Slide 13 - Tekstslide

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Wat is het vaderland van de Vikingen?
A
Scandinavië
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 16 - Quizvraag

Dorestad ligt in
A
Friesland
B
Overijssel
C
Utrecht
D
Limburg

Slide 17 - Quizvraag

Vanuit Denmarken, Noorwegen en Zweden (Scandinavie) reisden de Noormannen heel de wereld over om te handelen en te plunderen.
De Noormannen ontdekten veel nieuwe plekken en vaak gingen groepen op zulke ontdekte plekken wonen. Ze stichtten daar nieuwe nederzettingen. De Vikingen waren zelfs eerder in Amerika dan Columbus!

Slide 18 - Tekstslide





Schepen
Om te reizen bouwden de Vikingen goede schepen, de bekendste is het langschip. Dit schip was snel en licht, en geschikt voor handel en oorlog. Ze konden met die schepen goed op de zee en goed op de rivieren varen, een groot voordeel!
Op de voorkant werd vaak uit hout een draken- of slangenkop gesneden om tegenstanders bang te maken en boze geesten te verjagen.

Slide 19 - Tekstslide

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het vaderland van de Vikingen?
A
Scandinavië
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 21 - Quizvraag

  • Vikingen kwamen niet alleen om te plunderen

  • Soms bleven ze in de nieuwe gebieden wonen om het land te bewerken

  • Vooral Noorse vikingen waren opzoek naar landbouwgronden, omdat het land in Noorwegen rotsachtig is en niet zo geschikt voor landbouw

Slide 22 - Tekstslide

Toen de vikingen weg waren
  • veel kloosters verwoest. Veel kennis verloren
  • Handel neemt af door onveiligheid
  • Ridders bouwen kastelen om zich te beschermen tegen de vikingen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 25 - Quizvraag

De oudste zoon erfde het grootste stuk land, de anderen kinderen kregen ook een klein stukje land.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quizvraag

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 27 - Quizvraag

De vikingen waren van oorsprong
A
boer
B
indianen
C
ridders
D
rendierjagers

Slide 28 - Quizvraag

Welke landen ontdekten de vikingen?
A
Walhalla-Ijsland-Amerika
B
Ijsland-groenland-Amerika
C
Walhalla-Ijsland-Groenland
D
Walhalla-Groenland-Amerika

Slide 29 - Quizvraag

Waar kwamen de Vikingen oorspronkelijk vandaan?
A
Scandinavie
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 30 - Quizvraag

Wat weten jullie over de Pest

Slide 31 - Woordweb

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 32 - Quizvraag

De verspreiding van de pest tussen 1347-1351
1347
midden 1348
begin 1349
eind 1349
1350
1351
kleine uitbraak van de pest

Slide 33 - Tekstslide

De pest in Europa
  • In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
  • Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa 
  • De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351 
  • Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Kenmerken van de Pest
  • Zwarte bulten bij oksels en nek
  • Koorts
  • Bloed hoesten
  • Was je besmet? Dan was het risico dat je doodging 60 tot 80 procent!

Slide 36 - Tekstslide

De pest
  • rattenvlooien


verspreiding:
  • afval op straat in steden
  • handel tussen steden





Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Ellende in Europa
Steden waren kleiner en armer

te weinig boeren om het land te 
bewerken

Voedsel werd duur

Boeren stelden eisen aan hun heer: ze willen geld voor hun werk

Mensen geven de Schuld aan joden. Joden worden weg gejaagd of zelfs vermoord

Slide 39 - Tekstslide

Waardoor wordt de pest verspreidt?
A
Ratten
B
Vlooien
C
Katten
D
Honden

Slide 40 - Quizvraag

Hoe wordt de pest ook wel genoemd?
A
Pukkelkoorts
B
De zwarte koorts
C
De zwarte dood
D
Rattenpukkels

Slide 41 - Quizvraag

tussen welke jaartallen werd de pest verspreid?
A
1347-1350
B
1247-1250
C
1347-1349
D
1346-1349

Slide 42 - Quizvraag

Hoe werd de pest voornamelijk verspreid?
A
mensen
B
katten
C
ratten
D
eten

Slide 43 - Quizvraag

Welke groep krijgt de schuld van de pest?
A
Christenen
B
Moslims
C
Joden
D
Heidenen

Slide 44 - Quizvraag

Watersnood in Nederland
De Sint-Elisabethsvloed 1421 
  • Nederland had in de middeleeuwen veel last van overstromingen= watersnoden
  • 1421: Sint-Elisabethsvloed. Polder de Grote Waard en 30 dorpen verdwijnen onderwater
  • Oorzaken dijken slecht onderhouden doordat er veel oorlog was
  • Na de ramp: aanleg van nieuwe dijken droogleggen van De Grote Waard
  • Na 3 jaar klaar, maar toen kwam er een nieuwe watersnood: ontstaan van de Biesbosch

Slide 45 - Tekstslide

Welk gebied in Nederland is ontstaan door de Sint-Elisabethsvloed?
A
De Noordoostpolder
B
Het Markermeer
C
De Biesbosch
D
Het Tjeukemeer

Slide 46 - Quizvraag

Watersnood 1953
Ooorzaken:
  • slechte dijken
  • Zware noordwester storm
  • Springvloed
Na de Ramp:
  • Berichten in bioscopen, op de radio en in kranten
  • Veel hulpverlening
  • Deltaplan
Huizen die door de Scandinavische landen werden geschonken aan de slachtoffers van de ramp

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Het Deltaplan
- De Deltawerken 
- Dijken en dammen 
- Veiliger wonen 

Slide 49 - Tekstslide

Waarom zijn de Deltawerken aangelegd?
A
Om na WO2 de Hollandse Waterlinie te versterken.
B
De watersnoodramp van 1953.
C
De Sint-Elisabethsvloed van 1421.
D
Om werk te hebben tijdens de crisisjaren na 1933.

Slide 50 - Quizvraag

Wat wordt er niet gedaan om een watersnood te voorkomen?
A
Stormvloedkering
B
Dijken versterken
C
Zandzakken plaatsen
D
Water oppompen

Slide 51 - Quizvraag

Slide 52 - Video

Wat is de overeenkomst tussen De Sint-Elisabethsvloed en de watersnood ramp in 1953
A
Na beide rampen werden er deltawerken aangelegd
B
Bij beide rampen was een oorzaak slecht onderhoud en verzwakte dijken door oorlog
C
Bij beide rampen was de oorzaak dat er door oorlog geen dijken waren aangelegd
D
Bij beide watersnoden was de oorzaak de springvloed

Slide 53 - Quizvraag