In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
7.3 Chromatografie en colorimetrie
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Uitleg chromatografie
Maken 7.3: 24, 25, 28
Uitleg colorimetrie
Maken 7.3: 27 + 29
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert hoe chromatografie werkt.
Je leert om Rf-waarden te bepalen in een chromatogram.
Je leert hoe colorimetrie werkt.
Je leert hoe je een ijklijn gebruikt om de concentratie van een monster te bepalen.
Slide 3 - Tekstslide
Chromatografie - algemeen
Kwalitatieve analysemethode
Geschikt voor vloeibare en vaste stof mengsels.
Scheiding van mengsels op basis van oplosbaarheid.
Voor aantonen van stoffen en zuiveren van mengsels.
Papier-, dunnelaag- en kolomchromatografie.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Chromatografie - werking
Gebruik van twee fasen: mobiele (beweegbare) fase en stationaire (stilstaande) fase.
Eén fase is hydrofiel, de andere fase is hydrofoob.
Afhankelijk van oplosbaarheid van de stof in het monster in de loopvloeistof en het aanhechtingsvermogen aan het papier, beweegt de stof in meer of mindere mate met de mobiele fase mee.
Slide 6 - Tekstslide
Papierchromatografie
Papier (stationaire fase)=hydrofiel
Oplosmiddel (mobiele fase) = hydrofoob
Meest hydrofobe stof houdt van hydrofobe oplosmiddel en eindigt hoger op het chromatogram.
Gele stof is dus meest hydrofoob hier.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Rf-waarde (1)
De afstand die een stof afgelegd in een chromatogram, noem je de Rf-waarde.
De Rf-waarde is een stofeigenschap: elke stof heeft een eigen Rf-waarde bij gelijk oplosmiddel.
Slide 9 - Tekstslide
Rf-waarde (2)
Slide 10 - Tekstslide
Referentie
Met een referentie (bekende stof) kun je aantonen dat dezelfde stof aanwezig is in je monster -> gelijke Rf-waarde.
Slide 11 - Tekstslide
De afstand van de startlijn tot de blauwe stip is 2,1 cm. Bereken de Rf-waarde.
Slide 12 - Open vraag
Aan de slag
Lezen 7.3 'Chromatografie'
Maak in je boek bij paragraaf 7.3 vragen 24, 25 en 28.
Het filmpje op de volgende slide helpt je op weg bij vraag 25.
Let op! Je hebt nu pas het eerste deel van de lessonup afgerond.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Colorimetrie - algemeen
Kwantitatieve analysemethode.
Maakt gebruik van colorimeter.
Gebaseerd op kleurintensiteit afhankelijk van concentratie.
Voor bepalen concentratie stof in monster.
Voor bepaling is een verdunningsreeks (ijkreeks) nodig met bekende concentraties waar een ijklijn van wordt gemaakt.
Slide 15 - Tekstslide
IJklijn
Verdunningsreeks nodig met bekende
concentraties.
Meet de kleurintensiteit.
Teken je ijklijn.
Meet de kleurintensiteit
van je onbekende monster.
Lees af in de ijklijn.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de concentratie Fe3+ (in mg/L)in een monster met lichtintensiteit 0,4 (E)?