QUIZ VERGELIJKINGEN

HOE WEET JE ZEKER WELKE VORM MOET GEBRUIKEN?
1. Lees de zin goed door.
2. Let op de signaalwoorden.
3. De zin gaat over iets dat altijd (gewoonte, feit), vaak,      
    regelmatig of nooit gebeurt: PRESENT SIMPLE
OF
 4. De zin gaat over iets dat NU, OP DIT MOMENT gebeurt: 
     PRESENT CONTINUOUS



 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOE WEET JE ZEKER WELKE VORM MOET GEBRUIKEN?
1. Lees de zin goed door.
2. Let op de signaalwoorden.
3. De zin gaat over iets dat altijd (gewoonte, feit), vaak,      
    regelmatig of nooit gebeurt: PRESENT SIMPLE
OF
 4. De zin gaat over iets dat NU, OP DIT MOMENT gebeurt: 
     PRESENT CONTINUOUS



 

Slide 1 - Tekstslide

John is ..... than Pete. (nice)
A
nicest
B
nice
C
nicer
D
niceer

Slide 2 - Quizvraag

Visiting a museum is ...... than visiting a party. (boring)
A
boringer
B
most boring
C
more boring
D
boringest

Slide 3 - Quizvraag

Mary is the ......... girl in school.(beautiful)
A
most beautifullest
B
most beautiful
C
beautifuller
D
more beautifullest

Slide 4 - Quizvraag

That guy is just as ...... that guy.(tall)
A
taller
B
as taller as
C
tallest
D
tall as

Slide 5 - Quizvraag

This question is ..... than that question. (easy)
A
easier
B
easiest
C
more easy
D
easyer

Slide 6 - Quizvraag

Bungee jumping is ........
windsurfing. (dangerous)
A
Dangerouser
B
dangerousest as
C
more dangerouser
D
more dangerous

Slide 7 - Quizvraag

Your dog is the ......
dog I know.(fat)
A
Fatest
B
fattest
C
fatestt
D
Fattestt

Slide 8 - Quizvraag

Archim is ......
as my other friends. (tall)
A
as tall
B
as tall ass
C
as taller
D
as tallest

Slide 9 - Quizvraag

I've got .......
money than you.(much)
A
mucher
B
much
C
more
D
morer

Slide 10 - Quizvraag

His jokes are the ......
of all of us.(funny)
A
funniest
B
funnier
C
funiest
D
funny

Slide 11 - Quizvraag