Oefentoets Suezkanaal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Oefentoets leesvaardigheid 

Basis 3

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Het Suez kanaal
2. Suez Canal Autority
3. vastgelopen schip in Suez kanaal
4. bergingsoperatie

2. Wat is het doel van de tekst

1. informeren
2. amuseren
3. overhalen
4. overtuigen

3. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst en waaraan zie je dat?

Lees alinea 1

4. Waarom zorgt de versperring van het Suezkanaal voor een gigantische economische schade, denk je?

5. Waarnaar verwijst het woord 'dat' in de eerste regel van alinea 1?

6a. Welk signaalwoord vind je in regel 5 en 6?

6b. Welk tekstverband geeft dit signaalwoord aan?

7a. Welk signaalwoord vind je in regel 7 en 8?

7b. Welk tekstverband geeft dit signaalwoord aan?

Lees alinea 2, welke functies heeft alinea 2 onder het kopje Suez Canal Autority (r. 15-19)?

Deze alinea .....

1. beschrijft mogelijke gevolgen van de versperring voor het Suezkanaal
2. geeft een opsomming van alle mogelijke vaarroutes
3. geeft voorbeelden van alternatieve vaarroutes
4. legt uit welke alternatieve vaarroutes er zijn en hoe lang die zijn.

8a. Citeer de kernzin van alinea 2

8b. Staan er in deze kernzin hoofd- of bijzaken?

9. Waar verwijst het woord 'die' (r.13) naar?

10. Waar verwijst het woord 'die' (r.14) naar?

11. Hoe lang duurt het voor een zeeschip om van Suez naar Port Said te varen en ongeveer hoeveel schepen per jaar ondernemen die tocht?

12. Waarom is de ligging van het Suezkanaal zo strategisch? (regel 25)

13. Lees de tekst bij het tussenkopje bergingsoperatie. Hoort het tussenkopje bergingsoperatie bij alinea 4 of bij alinea 4 en 5, leg je antwoord uit.

14. Lees in alinea 4 de zin: Zo ook containerschip de Ever Given dat de doorvaart blokkeerde.

Dit is een:

1. hoofdzaak
2. bijzaak

15. Welke 3 signaalwoorden (woordgroepen) voor een opsomming vind je in alinea 5?

16. Waarom was er haast geboden bij de bergingsklus? Noem drie redenen uit alinea 5 (de signaalwoorden van de vorige vraag kunnen je helpen).

17.Waar verwijst het woord 'het' (r.33) naar?

Waar verwijst het woord 'ze' (r. 37) naar?

Welke zin past het beste als laatste zin van het tekstdeel bergingsoperatie (r. 31 - 50).

1. Al met al kunnen we dus blij zijn dat de operatie geslaagd is.
2. de gevolgen van de blokkade zullen dus nog enige tijd merkbaar zijn.
3. Eind goed, al goed.
4. Uiteindelijk valt de schade door de blokkade dus wel mee.