Wat zijn gletsjers, die duizend jaar geleden de Alpen bedekten?
A
Rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden
B
Een zee van ijs die snel van de hellingen naar beneden gleden
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat zijn gletsjers, die duizend jaar geleden de Alpen bedekten?
A
Rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden
B
Een zee van ijs die snel van de hellingen naar beneden gleden
Slide 1 - Quizvraag
Hoe noem je de periode tussen 2 ijstijden in?
A
glaciaal
B
interglaciaal
Slide 2 - Quizvraag
Wat is Firn?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is firn?
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw
Slide 4 - Tekstslide
Hoe ontstaat firn?
A
In de ijstijd valt veel neerslag. Dat is firn.
B
In de ijstijd valt veel sneeuw. De sneeuw ontdooit en bevriest en verandert in de jaren in firn.
C
Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw
D
Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn firnbekken?
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn firnbekken?
Opeengehoopte firn die samen een firnbekken vormen.
Dat is het begin van een gletsjer.
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn zijmorenen?
Gletsjer puin aan de zijkanten van een gletsjer.
Slide 8 - Tekstslide
Verschil tussen zijmorene en middenmorene
Zijmorene is gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer
Middenmorenen ontstaan doordat 2 gletsjertongen zich samenvoegen.
Slide 9 - Tekstslide
nummers:
Wat is 29?
Wat is 30?
Wat is 31?
Slide 10 - Tekstslide
nummers:
Wat is 29: zijmorene
Wat is 30: middenmorene
Wat is 31: eindmorene
Slide 11 - Tekstslide
Was de gletsjer vroeger groter dan nu?
De zijmoren geven de hoogte van de vroegere gletsjer aan. De gletsjer was vroeger dus veel groter.
Slide 12 - Tekstslide
Gletsjer schuift door het dal naar beneden. Het dal wordt uitgeschuurd door ijs met puin.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kun je zien tot hoever de gletsjer is gekomen?
Dat kun je zien aan de eindmorenen. De gletsjer stopt op de plek waar de eindmorenen liggen
Slide 14 - Tekstslide
Welke vervoerders van verweringsmateriaal zijn er?
A
rivieren, zee en wind
B
ijs, water,rivieren,zee en wind
Slide 15 - Quizvraag
Waarom is de Rijn een gemengde rivier?
A
omdat gletsjerwater onderweg wordt aangevuld met neerslag; dus allebei
B
omdat de rijn wordt gevoed door neerslag
Slide 16 - Quizvraag
Waarom zorgt een rivier in de BOVENLOOP voor afbraak van het landschap? En hoe herken je dit in het landschap?
Dat komt door de hoge stroomsnelheid van de rivier.
Je herkent dit in het landschap door een diep V-vormig dal met steile wanden.
Slide 17 - Tekstslide
Leg uit dat de waterval van Schaffhausen is ontstaan door verschil in hardheid van gesteente:
antwoord zie volgende slide
Slide 18 - Tekstslide
Leg uit dat de waterval van Schaffhausen is ontstaan door verschil in hardheid van gesteente:
Waterval ontstaat op plek waar hard gesteente overgaat in zacht gesteente.
Door de kracht van het stromende water wordt zacht gesteente weggesleten en hard gesteente blijft liggen. Over de rand van harde steen stort het water naar beneden