Invalles Jorn 9 maart

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
2:30
Als de timer op nul staat dan.....

- heb jij je werkboek, schrift en pen op tafel.
- heb jij je mobiel in de opbergzak.
- is je tas op de grond en jas in je kluis.
- ben jij stil, zodat de les kan beginnen.
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: 
Je kent de 3 regels van de trappen van vergelijking:

  •   schön - schöner - am schönsten
  •  Eindigt het woord op D, T, S-klank of een klinker (A, E, U, I, O )
       dan komt er  - esten achter het woord.
      neu - neuer - am neuesten
  •  8 uitzonderingen: alt, jung, lang, kurz, groß, gern, viel, gut       (Arbeitsbuch Seite 116)

 

Slide 3 - Tekstslide

1) Je maakt het Arbeitsblatt. 
    (gebruik je  aantekeningen in je schrift)
2) Je kijkt het Arbeitsblatt zelf na.
3) Je onderzoekt welke opgaven je goed had en welke nog lastig zijn.
4) Je vult het schema in en weet nu wat jij nog extra moet oefenen.

Fertig? Klaar?
lernen Seite 148 oder woordtrainer 3.4 und 3.5
machen www.joinmyquiz.com : 1774 3335

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb jij deze les geleerd en waar heb jij nog een vraag over?

Slide 6 - Open vraag

Seite 115

Slide 7 - Tekstslide

In welke zin staat een goed (Nederlands) voorbeeld van de trappen van vergelijking.
A
Mijn vader is de directeur.
B
Mijn zusje is kleiner dan ik.
C
Ik ben in Berlijn geweest.
D
Mijn broer is boos.

Slide 8 - Quizvraag

1 Ich bin schnell
  Du bist ................
 
2 Herr Veerman ist langsam. 
   Frau Janssen ist ....................... . 
   Aber John ist ...........................

3 Ommen ist schön.
   Dalfsen ist ..............
   Berlin ist ............................


Slide 9 - Tekstslide

1 Ich bin schnell
  Du bist schneller
 
2 Herr Veerman ist langsam. 
   Frau Janssen ist langsamer. 
   Aber John ist am langsamsten

3 Ommen ist schön.
   Dalfsen ist schöner.
   Berlin ist am schönsten.


Slide 10 - Tekstslide

Schrijf over en vertaal
alt
jung
lang
kurz
groß
gern
viel
gut




Slide 11 - Tekstslide

Schrijf over en vertaal
alt                 oud
jung            jong
lang            lang
kurz            kort
groß           groot
gern           graag
viel              veel 
gut             goed




Slide 12 - Tekstslide

Seite 116

Slide 13 - Tekstslide

de trappen van vergelijking: lieb
A
lieb - lieber - liebsten
B
lieb - lieber - am liebsten
C
lieb - lieber - liebest

Slide 14 - Quizvraag

Grammatik
- In het Duits krijgt de vergrotende trap 'er' achter het woord.
Beispiel: klein - kleiner 

-  Zet voor de overtreffende trap 'am' voor en 'sten' achter het woord.
Beispiel: klein - kleiner - am kleinsten


Let op: woorden die eindigen op een d, t of "sisklank" (s, z, ß) krijgen achter het woord 'esten'

Beispiel:   heiß - heißer - am heißesten


Slide 15 - Tekstslide

ÜBEN

Slide 16 - Tekstslide

Ich trinke [het liefst] Cola.
A
am liebsten
B
lieber

Slide 17 - Quizvraag

In Berlin ist es [kouder] als in Den Ham.
A
kälter
B
am kältesten

Slide 18 - Quizvraag

Die Stadt Ommen ist [het grootst].
A
größer
B
am größten

Slide 19 - Quizvraag

Eine Pizza schmeckt [beter] als Spagetti.
A
besser
B
am besten

Slide 20 - Quizvraag

Auf Ibiza ist es am Moment [het warmst]
A
wärmer
B
am wärmsten

Slide 21 - Quizvraag

Wörter
Basis

Seite 116
Aufgabe 8, 9, 

Seite 118
Aufgabe 1 Satz 7-11

Seite 124
Aufgabe 1, 2, 3, 5

Fertig: lernen Seite 146/147
             Arbeitsblatt



Kader

Seite 116
Aufgabe 8, 9, 11

Seite 118
Aufgabe 1 Satz 7-11

Seite 124
Aufgabe 1, 2, 3, 5, 6, 7

Fertig: lernen Seite 146/147
             Arbeitsblatt

TL

Kapitel 2 maken

-> Welke vragen heb jij?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Fertig!
Keuze 1
Grammatik C Seite 116 leren
Keuze 2
Arbeitsblatt Trappen van vergelijking
Keuze 3
haben en sein leren: link in Magister
Keuze 4
Woots: kijk- en luisteren

Slide 24 - Tekstslide