G4BE - Bedrijf starten, H2 afronden, de RR

G4 Bedrijfseconomie
Verder met 'bedrijfstarten' 
H2 afronden (klaar mee?) + H3 verder

  
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

G4 Bedrijfseconomie
Verder met 'bedrijfstarten' 
H2 afronden (klaar mee?) + H3 verder

  

Slide 1 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
De les is begonnen, als ik ben begonnen (programma op bord geschreven). 
Ben je later, haal een groene kaart.


Iedereen heeft materiaal mee, eigen device, dat werkt en opgeladen is.
(niet in orde: 'boeken vergeten' in Magister.)


Telefoon is opgeborgen, mag in de 'telefoontas'. Zie ik je mobiel wel? 
Zonder mopperen inleveren, einde van de lesdag van docent terug.
(Alles op je device mag, indien passend bij les)


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Na deze les kun je:
- aangeven wat je de volgende keer anders zou doen bij je toets voorbereiding en wat gewerkt heeft wat je erin wil houden
- Stukje praktijk, kosten en opbrengsten en prive uitgave (the profit)



Spoorboekje

  • Leerdoelen

  • Al gedaan, H3: intro kosten en opbrengsten (zie tekst op ELO) (3.1 & 3.2) + permanentie
  • Kosten, opbrengsten en prive uitgaven? The profit S5 E12 Wat is privé en wat niet? :-)
  • Opgaven 3.7 en 3.8 maken en bespreken 
  • Leerdoelen check



Slide 3 - Tekstslide

Op een resultatenrekening staan
A
kosten
B
opbrengsten
C
eigen vermogen
D
winst- of verliessaldo

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Permanentie
A
het toerekenen van kosten aan een juiste periode
B
het toerekenen van uitgaven aan de juiste periode
C
altijd inzicht hebben in jouw resultaat
D
altijd inzicht hebben in jouw uitgaven

Slide 6 - Quizvraag

Wat moet er vermeld staan in een jaarrekening:
A
Balans
B
Balans, Resultatenrekening, Liquide middelen
C
Liquide middelen
D
Balans, Resultatenrekening en toelichting

Slide 7 - Quizvraag

Winst = het positieve verschil tussen de opbrengsten en ....
A
inkoop
B
inslag
C
kosten
D
verlies

Slide 8 - Quizvraag

Een debiteur betaalt zijn openstaande factuur. Wat gebeurt er met de post debiteuren ?
A
die neemt toe
B
die wordt gedebiteerd
C
die wordt gecrediteerd
D
niets, er gebeurt iets met de post crediteuren

Slide 9 - Quizvraag

Prive-opname & prive-storting?

Persoonlijk gebruik                  vs        eigen bezit --> onderneming

Stel je gaat met het gezin op vakantie en neemt daarvoor een bedrag van €1500,- op. Om deze opname in de administratie te verantwoorden, vindt de volgende balansmutatie plaats.


Slide 10 - Tekstslide

H3: 

3.7 & 3.8 + permanentie
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen: check?

Slide 12 - Tekstslide