In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen en voorbeelden van weefsels van een plant geven.
Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen.
Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel noemen.
Je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven.
Slide 2 - Tekstslide
1. Je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen en voorbeelden van weefsels van een plant geven.
Slide 3 - Tekstslide
Zet de volgende componenten op volgorde van groot naar klein:
1
2
3
4
Cellen
Orgaanstelsel
Weefsel
Orgaan
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is een orgaan? Noem ook een voorbeeld van een orgaan van een plant.
Slide 5 - Open vraag
Uit welke delen bestaat een plant?
Organen met eigen bouw en functie:
Wortels: water en mineralen opzuigen + stevigheid
Stengel: vervoer van water en voedingsstoffen + plant rechtop houden
Bladeren: de nerven vervoeren water en opgeloste stoffen en zorgen voor stevigheid + in het bladmoes maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen (fotosynthese)
Bloem: voortplanting (zaadjes)
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een weefsel? Noem ook een voorbeeld van een orgaan van een plant.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
2. Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen.
3. Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel noemen.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe ziet een plantencel eruit?
Celwand: stevige laag buiten om de cel (voedingsvezels)
Celmembraan: vlies om cytoplasma -> regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan
Cytoplasma: stroperige vloeistof
Celkern: DNA - erfelijke eigenschappen -> regelt alles wat er in de cel gebeurt
Vacuole: blaasje met water -> stevigheid
Bladgroenkorrels: fotosynthese
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zien cellen eruit onder de microscoop?
kleurstofkorrels
zetmeelkorrels
Slide 11 - Tekstslide
4. Je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven.
Slide 12 - Tekstslide
Hoe blijven planten rechtop?
Kruidachtige planten: water in vacuole -> stevigheid (tulpen en madeliefjes)
Houtachtige planten: bestaan uit houtcellen -> stevige buisjes (bomen en struiken)