enkelvoud-meervoud

enkelvoud - meervoud
Als het onderwerp in het enkelvoud staat, dan staat de persoonsvorm ook in het enkelvoud.
Als het onderwerp in het meervoud staat, dan staat de persoonsvorm ook in het meervoud.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

enkelvoud - meervoud
Als het onderwerp in het enkelvoud staat, dan staat de persoonsvorm ook in het enkelvoud.
Als het onderwerp in het meervoud staat, dan staat de persoonsvorm ook in het meervoud.

Slide 1 - Tekstslide

Welke vorm past bij de volgende persoonsvormen?
Kijk goed of de persoonsvorm in het enkelvoud of meervoud staat.

Slide 2 - Tekstslide

... habitat in Olympo
A
rex
B
reges

Slide 3 - Quizvraag

... habitant in Tartaro
A
umbra
B
umbrae

Slide 4 - Quizvraag

... sunt in Tartaro
A
dea
B
deus
C
deae
D
dei

Slide 5 - Quizvraag

... venit
A
dea
B
deus
C
deae
D
dei

Slide 6 - Quizvraag

... florent
A
flos
B
flores

Slide 7 - Quizvraag

Welke persoonsvorm past bij de volgende onderwerpen?
Kijk goed of het onderwerp in het enkelvoud of meervoud staat.

Slide 8 - Tekstslide

soror ...
A
ludit
B
ludunt

Slide 9 - Quizvraag

uxores ...
A
ludit
B
ludunt

Slide 10 - Quizvraag

puellae ...
A
vivit
B
vivunt

Slide 11 - Quizvraag

nox ...
A
est
B
sunt

Slide 12 - Quizvraag

dei ...
A
audit
B
audiunt

Slide 13 - Quizvraag