Paragraaf 3 Geen tekorten meer

Programma
Herhaling paragraaf 5.2
Huiswerk maken paragraaf 5.2
Uitleg en maken paragraaf 5.3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
Herhaling paragraaf 5.2
Huiswerk maken paragraaf 5.2
Uitleg en maken paragraaf 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Vaste lasten
Dagelijkse uitgaven
Incidentele uitgaven
Automatische incasso's

Slide 2 - Tekstslide

Gebruiksgoederen

(vaak gebruiken)

Verbruiksgoederen

(een/enkele keren gebruiken)

Slide 3 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht uitgaven

Slide 5 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaven
Incidentele uitgaven
Vaste uitgaven
Persoonlijke uitgaven
Koelkast
Fristi
Gas/water/licht
Kleding
Kapper
Auto
Abonnement
Wasmiddel

Slide 6 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken paragraaf 5.2 en de rekentrainer 5.2

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een tekort is
Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe voorkom je een tekort?
- budgetten vaststellen
- je houden aan de vastgestelde budgetten
- geld dat overblijft apart zetten

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Sparen waarom?

Slide 12 - Tekstslide

waarom sparen?
- Sparen voor een doel

-Sparen uit voorzorg

-Sparen voor rente

Slide 13 - Tekstslide

Sparen
Prijs: 300 euro
Ik krijg elke maand  20 euro
zakgeld. Hoeveel maanden
moet ik sparen voor een nieuw playstation?

aankoopbedrag : spaarbedrag per maand
aantal spaarmaanden

Slide 14 - Tekstslide

Sparen
aankoopbedrag : aantal spaarmaanden 
= spaarbedrag per maand

Ik heb een nieuwe iPhone gekocht
van 1000 euro. Ik heb voor deze 
telefoon 12 maanden gespaard.
Hoeveel heb ik per maand gespaard?

Slide 15 - Tekstslide

Rente berekenen
Rentebedrag per jaar = spaarbedrag :100 x rentepercentage

Slide 16 - Tekstslide

Melek zet €4500,- op de bank. Zij ontvangt 2% rente. Hoeveel rente ontvangt zij na een jaar?
Geef de berekening!

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Voorlezen 5.3
Maken paragraaf 5.3  

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een tekort is
Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen

Slide 19 - Tekstslide