5.1

5.1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

5.1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat de ADH inhoud
Je weet welke voedingsstoffen als brandstof gebruikt kunnen worden
Je weet hoe brandstoffen opgeslagen worden in het lichaam
Je kunt uitleggen wat de ruststofwisseling inhoud

Slide 2 - Tekstslide

Benoem de 6 voedingsstoffen
(welke weet je nog?)

Slide 3 - Open vraag

Welke kun je gebruiken als brandstof (voor energie)?
Wel
Niet
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vetten
Vitamines
Water

Slide 4 - Sleepvraag

Aantekeningen
Maak ook aantekeningen van de lessonup


Waar dit logo staat, wordt verwacht dat je het overneemt in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Brandstoffen
Brandstoffen
-koolhydraten
-eiwitten
-vetten

Slide 6 - Tekstslide

Reserve opslag
Je kunt sommige brandstoffen opslaan als reserve opslag.
Dit kan bij vetten
Dit kan bij de meeste koolhydraten in de vorm van glycogeen

Slide 7 - Tekstslide

Het koolhydraat glucose kun je in je lever en spieren opslaan als glycogeen (glycogeen is allemaal glucose aan elkaar gekoppeld)

Slide 8 - Tekstslide

Vet kun je opslaan rond je organen, onder je huid en in het merg van holle beenderen 
Vetreserves gebruiken gaat langzamer dan de glycogeen voorraad

Slide 9 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen kunnen opgeslagen worden als reservestof?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Eiwit
B
Vet
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 10 - Quizvraag

Brandstof cel
Cellen gebruiken ATP als brandstof

ATP wordt door de cel gemaakt uit brandstoffen (of de reserve voorraad)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

3

Slide 13 - Video

01:27
Hoe heet een adenine met 1 fosfaat groep?
A
ATP
B
ADP
C
AMP

Slide 14 - Quizvraag

02:28
Welk molecuul bevat de meeste energie
A
ATP
B
ADP
C
AMP

Slide 15 - Quizvraag

02:55
Waar komt deze energie vandaan?
A
De zon
B
Verbranding brandstoffen

Slide 16 - Quizvraag

Ruststofwisseling
Je gebruikt een deel van de brandstoffen altijd
(om in leven te blijven) (bijvoorbeeld voor hartslag),
dit wordt je ruststofwisseling genoemd.

Alles wat je meer eet dan wat je nodig hebt voor je ruststofwisseling en wat je verbrand op een dag wordt opgeslagen
.

Slide 17 - Tekstslide

Ruststofwisseling
  • Energieverbruik in rust
  • Ademhaling, hartslag, bewegen darmen, werking nieren

Slide 18 - Tekstslide

ADH waarde
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

ADH geeft aan hoeveel vitamines en
mineralen je per dag nodig hebt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan het werk
Lees 5.1 door
Maak opdracht 1 t/m 6 en 9 t/m 11 van 5.1

Slide 21 - Tekstslide