In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets voedingsleer examen
Slide 1 - Tekstslide
Je maakt een gevulde koek. Je wil dat het product een vloeiende bakaard met een zacht karakter krijgt. Welke grondstof gebruik je hier voor?
A
heelei
B
castorsuiker
C
zeeuwse bloem
Slide 2 - Quizvraag
Er is een verschil tussen een grondstoffen en ingrediënten. Welk van de producten is een ingrediënt?
A
amandelspijs
B
bloem
C
zout
Slide 3 - Quizvraag
Gevulde koek
Hoofdgrondstoffen
Hulpgrondstoffen
water
Amandelspijs
kaneel
Heelei
Zeeuwse bloem
Gemengde bakpoeder
Basterdsuiker
Zout
Boter
Slide 4 - Sleepvraag
Wit vloer sesam
Hoofdgrondstoffen
Hulpgrondstoffen
water
Sesamzaad
Tarwebloem
Meelverbeteraar
Emulgator
Weipoeder
bakkerszout
Gist
Slide 5 - Sleepvraag
Smaak
Smaak en kleur
Brosheid
Samenhang
Vanille
cacaopoeder
Koolzuur
Melk
Slide 6 - Sleepvraag
Er is een verschil tussen grondstoffen en ingrediënten. Welk van de producten is een grondstof?
A
citroenrasp
B
suiker
C
amandelspijs
Slide 7 - Quizvraag
Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Deze voedingsstoffen leveren energie
Een teveel van de voedingsstoffen wordt opgeslagen in het lichaam
Deze dienen als bouwstenen voor het lichaam
Slide 8 - Sleepvraag
Er zijn verschillende soorten vetten. Welke van deze vetten is het meest slecht voor de gezondheid?
A
verzadigde vetten
B
onverzadigde vetten
C
transvetten
Slide 9 - Quizvraag
Een klant is lactose-intolerant. Welk allergeen moet deze klant vermijden?
A
Melk
B
Soja
C
Lupine
Slide 10 - Quizvraag
Er komt een klant in de winkel met gluten-intolerantie. Welk gebakje adviseer je?
A
slagroompunt
B
moorkop
C
schuimgebakje
Slide 11 - Quizvraag
In een bedrijf waar een product wordt gemaakt zijn allergenen aanwezig. Het product zelf bevat geen allergenen. Wat moet er op het etiket vermeld staan?
A
"het product kan sporen bevatten van."
B
"het is mogelijk dat andere allergenen in aanraking zijn geweest met het product."
C
"Het wordt afgeraden dit product te consumeren indien u regelmatig allergische reacties heeft."
Slide 12 - Quizvraag
Welke allergenen bevat dit recept?
Slide 13 - Tekstslide
Wel
Niet
gluten
Ei
Pinda
soja
Noten
Lupine
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is een hoofdgroep van E-nummers?
A
smaakstoffen
B
garnituren
C
meelverbeteraars
D
zetmeel
Slide 15 - Quizvraag
Tot welke categorie behoort ascorbinezuur? (vitamine C)
A
stabilisator
B
antioxidant
C
conserveringsmiddel
D
kleurstof
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de functie van L-cysteïne
A
meelverbeteraar
B
voedingszuur
C
emulgator
D
antioxidant
Slide 17 - Quizvraag
Bekijk het recept champignonsalpicon. Door welk ingrediënt kan een vegetarische klant dit gerecht niet eten?
A
slagroom
B
eieren
C
bouillon
D
boter
Slide 18 - Quizvraag
Bekijk het etiket van wit vloer sesam. Door welk ingrediënt kan een veganistische klant dit product niet eten?
A
dextrose
B
gist
C
tarwebloem
D
weipoeder
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de definitie van een biologische levensstijl?
A
Dat er geen producten worden geconsumeerd die van dierlijke afkomst zijn.
B
Dat er zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met milieu en dierenwelzijn.
C
Dat de producten die geconsumeerd worden gezonder zijn.
Slide 20 - Quizvraag
Bekijk het receptuur van bavaroise. Door welk ingrediënt kan een klant met een islamitische geloofsovertuiging dit product mogelijk niet eten?
A
aardbeienpuree
B
slagroom
C
gelatine
D
amandelschaafsel
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk het recept van een saucijzenbroodje. Kies voor elke klant of hij dit product volgens zijn geloofsovertuiging wel of niet kan eten.
Wel
Niet
Joods
Hindoeïstisch
Christelijk
Slide 22 - Sleepvraag
Bekijk het receptuur van chipolatataartjes. Kies voor elke klant of hij dit volgens zijn geloofsovertuiging wel of niet kan eten.
Wel
Niet
Islamitisch
Boeddhistisch
Joods
Slide 23 - Sleepvraag
Wat betekent het icoon op een voorverpakt product?
A
het netto gewicht bij van de verpakking bij een batch
B
Het aantal stuks aanwezig in de verpakking bij een batch
C
De gemiddelde netto inhoud van een verpakking bij een batch
Slide 24 - Quizvraag
Zet de ingrediënten in de juiste volgorde zoals ze op een etiket vermeld zouden worden.
1
2
3
4
5
6
Tarwebloem
Boter
Suiker
Ei
Citroenrasp
Zout
Slide 25 - Sleepvraag
Welk product moet geëtiketteerd worden?
Wel
Niet
Slide 26 - Sleepvraag
Bekijk het EU ovaal, waar zegt de code iets over?
A
Dat het bedrijf erkend is voor veganistische producten
B
Dat het bedrijf erkend is door de NVWA
C
Wanneer het bedrijf het product geproduceerd heeft
Slide 27 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding, wat moet er opgenomen worden in de ingrediëntenlijst?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.