Bijwoordelijke bepaling .
Dat zijn de woorden in een zin die aangeven waar, wanneer en waarom iets gebeurt.
Ik stond te wachten bij de bushalte.
Gisteren heb ik schoenen gekocht.
Mijn buurjongen vond een wapen in zijn tuin.
Tijdens de vakantie zijn wij in Parijs geweest.