1.1 Rivieren: de natuur - BuiteNLand - in 2 lessen
H1.1 Rivieren - de natuur
Les 1 - 4 havo
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1.1 Rivieren - de natuur
Les 1 - 4 havo
Slide 1 - Tekstslide
Rivieren
Vandaag:
- Zelfstandig maken: intro 3+4
- Kennischeck eerste begrippen 1.1 (uit onderbouw)
- Extra uitleg: debiet & regiem
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een stroomgebied?
Slide 3 - Open vraag
Stroomgebied A Stroomgebied B
het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt
Slide 4 - Tekstslide
Waar ligt hier de waterscheiding?
A
B
C
D
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 5 - Quizvraag
De waterscheiding is de grens tussen 2 stroomgebieden
Slide 6 - Tekstslide
Je weet nu wat een stroomgebied is, maar wat is een stroomstelsel?
Slide 7 - Open vraag
Een stroomstelsel is het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied
Slide 8 - Tekstslide
Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 9 - Tekstslide
Kenmerken Bovenloop
Slide 10 - Woordweb
Kenmerken Middenloop
Slide 11 - Woordweb
kenmerken Benedenloop
Slide 12 - Woordweb
1. De bovenloop: hoog in de bergen (veel verwering), waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de (verticaal) erosieve kracht groot.
2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden. De rivier meandert (horizontale erosie) en kan vrij veel sediment transporteren.
3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.
Slide 13 - Tekstslide
Als een rivier meer water afvoert, wordt hij smaller en dieper.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Er zijn 3 soorten rivieren (gletsjer, regen, gemengd) Kan je van deze soorten een voorbeeld noemen?
Slide 15 - Open vraag
Extra uitleg deze les:
Regiem:
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar
(hoge fluctuatie=groot verschil)
Debiet:
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert
Slide 16 - Tekstslide
Debiet
Hoeveel water voert een rivier af op een bepaald punt (in m3 per seconde).
Klein debiet
Groot debiet
Slide 17 - Tekstslide
Debiet
Slide 18 - Tekstslide
Waar, in een gematigd klimaat, is het debiet vaak het grootst, in de boven-, midden- of benedenloop van de rivier?
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Regiem van Rijn en Maas
Debiet
Regiem
Slide 21 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding, je kunt stellen: Deze rivier heeft...
A
Een afwisselend regiem
B
Een gelijkmatig regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet
Slide 22 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding, je kunt stellen: Deze rivier heeft...
A
Een regiem met veel fluctuatie
B
Een gelijkmatig regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet
Slide 23 - Quizvraag
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.