Paragraaf 10.4 Voortplanting bij bloemen

Paragraaf 10.4 Voortplanting bij bloemen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 10.4 Voortplanting bij bloemen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Korte terugblik 10.2 en 10.3
  • Nieuwe uitleg leerdoelen 10.4 






  • Huiswerk: zie hierboven 

Slide 4 - Tekstslide

Zet de begrippen in volgorde van jong naar oud:
schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter -
adolescent - peuter - oudere

Slide 5 - Open vraag

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
volwassene

Slide 6 - Quizvraag

geen groei, zorg voor kinderen
groei, leren rennen, leren praten
geslachtsorganen worden werkzaam
afronding van de hersenontwikkeling
gezichten herkennen
Baby

Peuter
Puber
Adolescent
Volwassene

Slide 7 - Sleepvraag

Zet de nummers bij het juiste onderdeel.
placenta
foetus
vruchtwater
navelstreng
embryo
1
2
3
4

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Terugblik: de bouw van een bloem
stamper
meeldraad
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 11 - Tekstslide

Herhalen
Leren
Kroonblad
2
Kelkblad
3
Bloemsteel
4
Blad
10
stempel
5
Stijl
6
Vruchtbeginsel
7
Helmknop
8
Helmdraad
9
Wortel
11
Stamper
1
Herhaling:

Ken je de bloemonderdelen?

Slide 12 - Tekstslide

Mannelijke onderdeel van de bloemplant
Vrouwelijke onderdeel van de bloemplant
Stamper
Meeldraad
Stuifmeelkorrels

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels.
Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide


In een tomaat zitten soms wel 20 zaden. Hoeveel stuifmeelbuizen zijn door de stamper naar beneden gegroeid?
A
1
B
10
C
20
D
2

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Als een plantje ontkiemt dan gebruikt het eerste het reservevoedsel uit de zaadlobben. Hoe komt het plantje aan zijn voedsel als dit reservevoedsel op is?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Een appel valt van de boom en ligt direct onder de boom op de grond. Is dit een geschikte plek om te ontkiemen? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag


Juist of onjuist?
Een paardenbloem is een windbloeier.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 24 - Sleepvraag

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 25 - Sleepvraag

Waar worden de stuifmeelkorrels gemaakt?
A
helmknop
B
helmdraad

Slide 26 - Quizvraag

In welk van deze gevallen spreken we van 'bestuiving'
A
geen
B
alleen 3
C
alleen 1 en 2
D
1, 2 en 3

Slide 27 - Quizvraag

Welk werkwoord gebruiken we voor het proces waarbij het jonge plantje uit het zaadje komt?

Slide 28 - Open vraag

Heeft er in deze bloem bevruchting plaats gevonden?
A
Ja, 1 keer
B
Ja, meerdere keren
C
Nee en ook geen bestuiving
D
Nee, maar wel bestuiving

Slide 29 - Quizvraag

Wat voor een soort bloem is dit?
A
insectenbloem
B
windbloem

Slide 30 - Quizvraag

stijl
vrucht-
beginsel
stempel
kroon-
blad
kelk-
blad
zaad-
beginsel
meel-
draad

Slide 31 - Sleepvraag

Huiswerk volgende week 16-12

Slide 32 - Tekstslide