De watermoleculen zitten in ijs verder van elkaar dan water.
Slide 13 - Tekstslide
De massa van één liter ijs is groter dan de massa van één liter water.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
De dichtheid van ijs (vast water) heeft een kleinere dichtheid dan water in vloeibare fase.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Ijs drijft op water
De watermoleculen zitten in ijs verder van elkaar dan water.
Dus, 1L ijs weegt minder dan 1L water. Daarom blijft het drijven op water
Slide 16 - Tekstslide
Water
- Groot oplossingsvermogen
- Dichtheid: van ijs kleiner dan van water
- Soortelijke Warmte: Er is veel energie nodig om water te verwarmen.
- Hoog kookpunt
- pH: neutraal
Slide 17 - Tekstslide
pH
Slide 18 - Woordweb
pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.
Slide 19 - Tekstslide
pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.
Slide 20 - Tekstslide
pH - indicator
Hiermee kan je meten wat voor een pH de oplossing heeft
Dit gaan jullie zelf doen!
Slide 21 - Tekstslide
Zure oplossingen hebben een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7
Slide 22 - Quizvraag
Rodekoolsap
Slide 23 - Tekstslide
ThuisPracticum: Rode koolsap
Doel: Je kan zelfstandig een practicum uitvoeren om de pH van zes huishoudproducten te testen
Weektaak: 20 - 25 april & 6 - 8 mei Inleveren: Na de meivakantie in je nieuwe scheikunde team in Teams.
Slide 24 - Tekstslide
ThuisPracticum: Rode koolsap
pH bepalen van:
Azijn
Citroensap
Water met suiker
Afwasmiddel
Water
Huishoud ammonia
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Laten zien in SOM waar je dit kan vinden
Slide 27 - Tekstslide
Weektaak
- Opdracht Rode koolsap maken (na de vakantie inleveren via Teams)
Slide 28 - Tekstslide
Laatste les
- Dankjewel!
- Compliment hoe jullie de online lessen hebben meegedaan ;-)
Slide 29 - Tekstslide
Tips tops
Slide 30 - Woordweb
Blijf je nog hangen?
Specifieke vragen
Opdrachten van Explosies bespreken
Slide 31 - Tekstslide
4.
Bij de lancering van een raket wordt een deel van de energie geleverd door de reactie van aluminium en het zout ammoniumperchloraat (NH4ClO4). Bij deze reactie ontstaat aluminiumchloride, aluminiumoxide, stikstof en water.
a Geef de vergelijking van deze reactie. Vermeld de toestandsaanduidingen.
Slide 32 - Tekstslide
4.
Bij de lancering van een raket wordt een deel van de energie geleverd door de reactie van aluminium en het zout ammoniumperchloraat (NH4ClO4). Bij deze reactie ontstaat aluminiumchloride, aluminiumoxide, stikstof en water.
a Geef de vergelijking van deze reactie. Vermeld de toestandsaanduidingen.
6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Slide 33 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
Slide 34 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
massa (ton)
Slide 35 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
705,0
270
massa (ton)
Slide 36 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
705,0
270
massa (ton)
850
x = 850 x 270 / 705 = ... Dus voor 850 ton ammoniumperchloraat heb je 326 ton aluminium nodig.