In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Opdr. Explosies
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Bespreken opdr. Explosies
Uitleg 6.3 Oplosmiddelen
Weektaak
Vragen
Samen opdr. Explosies bespreken
Slide 2 - Tekstslide
Ik verwacht van jullie
Actieve houding
Serieus meedoen met de vragen
Slide 3 - Tekstslide
Hoe ging de opdracht Explosies?
A
:-D, die ging goed
B
:-(, ging niet zo goed
C
:-), die ging redelijk
D
Niet gemaakt
Slide 4 - Quizvraag
Explosies
Slide 5 - Woordweb
Wat is een explosie?
Het kenmerk van een explosie is het in korte tijd vrijkomen van zeer veel warmte. De in het reactiemengsel aanwezige gasvormige stoffen zetten hierdoor uit, er ontstaat een schokgolf en we horen een knal.
Slide 6 - Tekstslide
Waar worden explosieven voor gebruikt?
Slide 7 - Open vraag
Opdracht Explosieven
Vragen 1 t/m 7 We gaan vraag 3 en 5 bespreken.
Je kijkt alle vragen zelfstandig na. (Antwoordmodel staat op SOM)
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 3
Op het strijkvlak van een lucifersdoosje bevindt zich rode fosfor. Tijdens het afstrijken van de lucifer reageert de fosfor op het strijkvlak van het doosje met kaliumchloraat, KClO3, in de luciferskop.
Hierbij ontstaan KCl en P2O5 . Deze reactie is exotherm.
a Geef de vergelijking van deze reactie.
+ --> +
Slide 9 - Tekstslide
KCl
P2O5
KClO3
P
Slide 10 - Sleepvraag
Vraag 3
Op het strijkvlak van een lucifersdoosje bevindt zich rode fosfor. Tijdens het afstrijken van de lucifer reageert de fosfor op het strijkvlak van het doosje met kaliumchloraat, KClO3, in de luciferskop.
Hierbij ontstaan KCl en P2O5 . Deze reactie is exotherm.
a Geef de vergelijking van deze reactie.
6 P + 5 KClO3 --> 5 KCl + 3 P2O5
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Massaverhouding: Waterstof Zuurstof
1 : 8 Dus als ik 1 gram waterstof heb, heb ik 8 gram zuurstof nodig. Maar.. wat is daar het volume van?
Bereken het volume van 1 gram waterstof.
Slide 14 - Tekstslide
1 dm3 waterstof heeft een massa van 0,09 gram.
Bereken het volume van 1 gram waterstof.
(tip: maak een verhoudingstabel)
Slide 15 - Open vraag
Massaverhouding: Waterstof Zuurstof
1 : 8 Volume 1 gram waterstof:
Slide 16 - Tekstslide
Bereken het volume van 8 gram zuurstof. 1dm3 heeft een massa van 1,43 gram.
Slide 17 - Open vraag
Massaverhouding: Waterstof Zuurstof
1 : 8 Volume 1 gram waterstof:
Slide 18 - Tekstslide
Massaverhouding: Waterstof Zuurstof
1 : 8 Volumeverhouding: 11,1 : 5,6
Slide 19 - Tekstslide
6.3 Oplosmiddelen
- Water
- pH
Slide 20 - Tekstslide
Water
- Groot oplossingsvermogen:
- Dichtheid
- Soortelijke Warmte
- Hoog kookpunt
- pH
Slide 21 - Tekstslide
Hoe kan het dat ijs op water drijft?
Slide 22 - Open vraag
Ijs drijft op water
De watermoleculen zitten in ijs verder van elkaar dan water.
Slide 23 - Tekstslide
De massa van één liter ijs is groter dan de massa van één liter water.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
De dichtheid van ijs (vast water) heeft een kleinere dichtheid dan water in vloeibare fase.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Ijs drijft op water
De watermoleculen zitten in ijs verder van elkaar dan water.
Dus, 1L ijs weegt minder dan 1L water. Daarom blijft het drijven op water
Slide 26 - Tekstslide
Water
- Groot oplossingsvermogen
- Dichtheid: van ijs kleiner dan van water
- Soortelijke Warmte: Er is veel energie nodig om water te verwarmen.
- Hoog kookpunt
- pH: neutraal
Slide 27 - Tekstslide
pH
Slide 28 - Woordweb
pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.
Slide 29 - Tekstslide
pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.
Slide 30 - Tekstslide
pH - indicator
Hiermee kan je meten wat voor een pH de oplossing heeft
Dit gaan jullie zelf doen!
Slide 31 - Tekstslide
Zure oplossingen hebben een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7
Slide 32 - Quizvraag
Rodekoolsap
Slide 33 - Tekstslide
ThuisPracticum: Rode koolsap
Doel: Je kan zelfstandig een practicum uitvoeren om de pH van zes huishoudproducten te testen
Weektaak: 20 - 25 april Inleveren: Na de meivakantie in je nieuwe scheikunde team in Teams.
Slide 34 - Tekstslide
ThuisPracticum: Rode koolsap
pH bepalen van:
Azijn
Citroensap
Water met suiker
Afwasmiddel
Water
Huishoud ammonia
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Laten zien in SOM waar je dit kan vinden
Slide 37 - Tekstslide
Weektaak
- Opdracht Explosies nakijken
- Opdracht Rode koolsap maken (na de vakantie inleveren via Teams)
Slide 38 - Tekstslide
Tips & Tops
Slide 39 - Woordweb
Laatste les
- Dankjewel!
- Compliment hoe jullie de online lessen hebben meegedaan ;-)
Slide 40 - Tekstslide
Blijf je nog hangen?
Specifieke vragen
Opdrachten van Explosies bespreken
Slide 41 - Tekstslide
4.
Bij de lancering van een raket wordt een deel van de energie geleverd door de reactie van aluminium en het zout ammoniumperchloraat (NH4ClO4). Bij deze reactie ontstaat aluminiumchloride, aluminiumoxide, stikstof en water.
a Geef de vergelijking van deze reactie. Vermeld de toestandsaanduidingen.
Slide 42 - Tekstslide
4.
Bij de lancering van een raket wordt een deel van de energie geleverd door de reactie van aluminium en het zout ammoniumperchloraat (NH4ClO4). Bij deze reactie ontstaat aluminiumchloride, aluminiumoxide, stikstof en water.
a Geef de vergelijking van deze reactie. Vermeld de toestandsaanduidingen.
6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Slide 43 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
Slide 44 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
massa (ton)
Slide 45 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
705,0
270
massa (ton)
Slide 46 - Tekstslide
4.
a) 6 NH4ClO4 (s) + 10 Al (s) → 4 Al2O3 (s) + 2 AlCl3 (s) + 3 N2 (g) + 12 H2O (g)
Voor één lancering is 850 ton ammoniumperchloraat nodig.
b) Bereken hoeveel ton aluminium nodig is.
6 NH4CIO4
10 Al
massaverhouding
705,0
270
massa (ton)
850
x = 850 x 270 / 705 = ... Dus voor 850 ton ammoniumperchloraat heb je 326 ton aluminium nodig.