KT1: Mentorles: motivatie

Motivatie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Motivatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jou motivatie?

Slide 2 - Open vraag

Hoe gemotiveerd wat jij vanochtend om je bed uit te komen? Geef een cijfer van 1-10.

Slide 3 - Open vraag

Hoe gemotiveerd ben je op dit moment voor school?
Geef een cijfer tussen de 1 en de 10.
0100

Slide 4 - Poll

Motivatie
Wat is motivatie?

  • Bewust en uit eigen wil (mee)werken aan een doel.
  • Motivatie is een gevoel (moeilijk te meten)
  • Motivatie is positief: een sterke motivatie leidt tot betere prestaties.
  • Motivatie is niet stabiel: soms sterk soms minder....

Twee soorten: intrinsieke en extrinsieke motivatie

Slide 5 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie

  • Komt van binnenuit
  • Denk aan:
  1. Wilskracht
  2. Gedrevenheid
  3. Doel

Slide 6 - Tekstslide

Ben jij intrinsiek gemotiveerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is jouw doel
in het leven?

Slide 8 - Woordweb

Extrinsieke motivatie
  • Komt van buitenaf
  • Denk aan:
  1. Deadlines
  2. Sociale status
  3. Geld

Slide 9 - Tekstslide

Docenten kunnen mij motiveren.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Docenten kunnen mij
motiveren door....

Slide 11 - Woordweb

Zijn de volgende situaties intrinsiek of extrinsiek?

Slide 12 - Tekstslide

"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 13 - Quizvraag

"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 14 - Quizvraag

"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 15 - Quizvraag

"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 16 - Quizvraag

"Ik ga graag voetballen omdat ik dan mijn vrienden zie."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 17 - Quizvraag

Reageer op de volgende stellingen

Slide 18 - Tekstslide

Stelling 1
Ik slaap liever dan dat ik online les volg

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 19 - Tekstslide

Stelling 2
Online lessen zijn saai.

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 20 - Tekstslide

Stelling 3
Ik volg mijn online lessen omdat het moet/ Ik ga naar school omdat het moet

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 21 - Tekstslide

Stelling 4
Als ik niet gemotiveerd ben ligt het aan mezelf

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 22 - Tekstslide

Stelling 5
Ik ga naar school om mijn diploma te halen

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 23 - Tekstslide

Wat zou jij doen in de volgende situaties?

Slide 24 - Tekstslide

1. Je voelt je na een slechte nacht niet zo lekker, maar je moet eigenlijk naar school. Wat doe je?

A
Je blijft nog een uurtje liggen en je begint later.
B
Je gaat wat langer onder de douche staan om wakker te worden en je gaat gewoon op tijd naar school.
C
Je laat je ziek melden. Je had toch geen belangrijke vakken

Slide 25 - Quizvraag

2. Jouw docent zegt dat je te veel op je telefoon zit en vraagt hem weg te leggen. Wat doe je?

A
Je probeert met de docent een oplossing te verzinnen. Bijvoorbeeld wanneer je werk af is mag je op je telefoon.
B
Je praat niet meer met die docent, maar je stopt je telefoon wel weg.
C
Wat een eikel! Je gaat niet meer naar die les.

Slide 26 - Quizvraag

3. Je les is saai, en te makkelijk voor je. Wat doe je?

A
Je laat het zo, lekker makkelijk.
B
Je vraagt je docent om verdiepingswerk.
C
Je bespreekt met je docent/mentor hoe je de les minder saai kan maken.

Slide 27 - Quizvraag

4. Je krijgt te horen dat je training om 7:00 uur in de ochtend begint. Wat doe je?

A
Dat is veel te vroeg. Je stopt met trainen.
B
Je kiest er voor om dan maar iets eerder naar je bed te gaan, zodat je het toch haalt.
C
Je komt elke dag gewoon een uurtje later, want je gaat niet voor je training eerder naar bed.

Slide 28 - Quizvraag

5. Je hebt twee tussenuren voordat de volgende les begint. Wat doe je?

A
Lekker naar huis! Of de rest van de dag lekker winkelen.
B
Een beetje hangen in de kantine tot de uren voorbij zijn.
C
Je maakt alvast je huiswerk.

Slide 29 - Quizvraag

6. Jij bent netjes op tijd in de les, maar je docent is er na 10 minuten nog niet. Wat doe je?

A
Je loopt naar de teamleider om te vragen waar je docent blijft.
B
Je gaat lekker naar huis. Te laat is te laat!
C
Je blijft wachten.

Slide 30 - Quizvraag

7. Je vrienden stellen voor om naar de stad te gaan, maar je hebt eigenlijk nog een belangrijke les. Wat doe je?


A
Je meldt je ziek op school, en gaat de stad in met je vrienden.
B
Natuurlijk ga je met je vrienden mee. Dat is toch veel leuker!
C
Je spreekt een ander moment af met je vrienden om naar de stad te gaan en volgt de les.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video