3.4.2 Het Islamitische Rijk.

Het Islamitische Rijk.
Het grote rijk van Mohammed.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Het Islamitische Rijk.
Het grote rijk van Mohammed.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
  1. Inleiding en Leerdoel.
  2. Huiswerk bespreken.
  3. Het Islamtische Rijk.
  4. Zelfstandig werken.
  5. Afsluiting les.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kan jij in eigen woorden uitleggen de unieke eigenschappen van het Islamtische Rijk benoemen

  1. Aan het einde van de les weet jij wat unieke eigenschappen zijn
  2. Aan het einde van de les weet jij wat het Islamtische Rijk is.
  3. Aan het einde van de les weet jij wat tolerant is.

Schrijf deze 2 begrippen op in je aantekeningen. Vul deze aan in de les als ze op het bord staan.
- Het Islamtische Rijk.
- Tolerantie.


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  1. Het huiswerk was 3.4.1 "Het ontstaan van de islam" opdracht 1 t/m 6 en het werkblad over de Islam en Christendom.
  2. Open deze vragen en het werkblad op je laptop zodat deze gecontroleerd kunnen worden.
  3. We bespreken het werkblad klassikaal.

  • Waren er opdrachten die onduidelijk of moeilijk waren?
  • Waren er begrippen die in de vorige les niet besproken waren?






Slide 4 - Tekstslide

Wie was Mohammed?

Slide 5 - Open vraag

Het Islamitische Rijk.

  • Na de verovering van Mekka door Mohammed in 630 groeide het Islamitische Rijk uit tot een van de machtigste rijken van de middeleeuwen.
  • Het rijk strekte zich uit over grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Spanje en delen van Azië, waaronder het huidige Iran, Irak en Pakistan.

  • De leider van dit rijk werd een kalief genoemd, wat betekent "opvolger" van Mohammed.
  • Verschillende volkeren bestuurden het rijk, zoals de Omajjaden (661-750) en later de Abbasiden (750-1258).
  • De hoofdstad veranderde in de loop van de tijd. De Omajjaden regeerden vanuit Damascus, terwijl de Abbasiden hun hoofdstad verplaatsten naar Bagdad.

Slide 6 - Tekstslide

De Dood van Mohammed en de Splitsing binnen de Islam.

  • Mohammed overleed in 632 zonder een duidelijke opvolger aan te wijzen, wat leidde tot een conflict over wie hem moest opvolgen als leider van de moslims.

  1. De meeste moslims, de soennieten, vonden dat de beste en meest bekwame leider gekozen moest worden. Zij steunden Abu Bakr, een goede vriend van Mohammed en een van zijn eerste volgelingen.
  2. Een kleinere groep, de sjiieten, geloofde dat alleen directe familieleden van Mohammed het recht hadden om hem op te volgen. Zij vonden dat Ali, Mohammeds neef en schoonzoon, de rechtmatige leider was.

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurde er in de Islam nadat Mohammed overleed.

Slide 8 - Open vraag

Verspreiding door strijd.
  • De Arabieren noemden de strijd om de islam te verspreiden jihad. Dit woord betekent letterlijk ‘inspanning’ en kan zowel een innerlijke strijd betekenen (om een beter mens te worden) als een gewapende strijd ter verdediging van het geloof.
  • Na Mohammeds dood verspreidde de islam zich snel door het Midden-Oosten en Noord-Afrika, grotendeels door militaire veroveringen.

  • Tussen 680 en 711 veroverden de Arabieren gebieden zoals Egypte, Libië, Tunesië, Afghanistan en Pakistan.
  • In 711 staken zij de Straat van Gibraltar over en vielen het Iberisch Schiereiland binnen, waar ze al snel een groot deel van Spanje en Portugal veroverden.

  • De islamitische legers bleven oprukken naar het noorden, maar werden in 732 gestopt door de Frankische leider Karel Martel bij de Slag bij Poitiers. Dit betekende het einde van de islamitische uitbreidingen in West-Europa.

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met "Verspreiding door strijd"?

Slide 10 - Open vraag

Een Tolerant Rijk?
  • In tegenstelling tot het Frankische rijk, waar joden en moslims werden vervolgd, stonden de islamitische heersers andere religies meestal toe om te blijven bestaan.
  • Joden en christenen werden dhimmi's genoemd, wat betekent dat zij beschermd werden als ‘volk van het boek’.

  • Ze mochten hun geloof blijven uitoefenen, maar moesten wel een speciale belasting betalen, de jizya.
  • Daarnaast waren er bepaalde beperkingen: ze mochten bijvoorbeeld geen hoge politieke functies bekleden en moesten vaak herkenbare kleding dragen. 

  • Veel niet-moslims kozen er vrijwillig voor om zich tot de islam te bekeren, omdat dit betekende dat ze minder belasting hoefden te betalen en meer rechten kregen.


"Emir Mu'awiyah, moge Allah tevreden met hem zijn."

Slide 11 - Tekstslide

Waarom wordt het Islamitische rijk als "tolerant" gezien?

Slide 12 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • Lees eerst de tekst van 3.4.2 "Het islamitische rijk".
  • Maak opdracht 8A t/m 12. Dit is huiswerk voor volgende week, als het niet af is krijg je een overschrijf opdracht.

  1. Lezen en opdrachten maken doe je zelfstandig, dat betekend in je eentje, vragen mag je aan de docent stellen.
  2. De eerste 5 minuten werk je alleen, dan beantwoord ik ook geen vragen, als je een vraag niet snapt sla hem over.
  3. Na de eerste 5 minuten mag je vragen stellen door, steek je hand op dan kom ik er aan.


Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting les
  • Zorg ervoor dat het huiswerk gemaakt is voor de volgende week, dit zal zoals gewoonlijk in Somtoday komen te staan.

1. Sluit tijd voor geschiedenis af en sluit LessonUp af.
2. Zorg ervoor dat je de opdracht hebt opgeslagen!
3. Doe je laptop op slaapstand en ruim je spullen op.
4. Controleer of jij je plek netjes achterlaat.
5. Als Mr. Oomen zegt dat het tijd is mogen jullie gaan.

Slide 14 - Tekstslide