Hoe leer je biologie?

Hoe leer je biologie?
En haal je een goed cijfer?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe leer je biologie?
En haal je een goed cijfer?

Slide 1 - Tekstslide

Ter voorbereiding

Beantwoord eerst de volgende 3 vragen. 
We komen er later op terug.


Slide 2 - Tekstslide

Wat is een amfibie?

Slide 3 - Open vraag

Sophie maakt een natuurgetrouwe tekening van een bruine boon.
Ze kleurt de boon in en geeft met horizontale lijnen het poortje en de navel aan.

Vraag 1: noem nog twee zichtbare kenmerken van de bruin boon bij een buitenaanzicht.

Slide 4 - Open vraag

Raél snijdt een pitje van een watermeloen door midden.
Hij is verbaasd dat de binnenkant van het pitje wit is ipv zwart. zoals de buitenkant.

Leg uit waarom een pitje van een watermeloen aan de binnenkant een andere kleur heeft dan aan de buitenkant.

Slide 5 - Open vraag

teksten lezen

Voor toetsen moet je de juiste informatie uit de teksten halen en de juiste begrippen aan elkaar koppelen. Begrijpend lezen en het leggen van verbanden zijn daardoor heel erg belangrijk.


Slide 6 - Tekstslide

vragen stellen
Probeer om bij alle dik gedrukte (blauwe) woorden 4 vragen te beantwoorden:
- Wat is het?
- Wat doet het? (wat veroorzaakt het/welke gevolgen heeft het)
- Hoe werkt het? (wat gebeurt er precies/het functioneren)
- Met welke onderdelen of functies werkt het samen (of heeft het te maken) en hoe?

Slide 7 - Tekstslide

bijvoorbeeld: de zaadhuid
- Wat is het?
- Wat doet het? 
- Hoe werkt het? 
- Met welke onderdelen of functies werkt het samen (of heeft het te maken) en hoe?

Slide 8 - Tekstslide

bijvoorbeeld: waarnemen
- Wat is het?
- Wat doet het? 
- Hoe werkt het? 
- Met welke onderdelen of functies werkt het samen (of heeft het te maken) en hoe?

Slide 9 - Tekstslide

verbanden leggen
Hierdoor koppel je de dik gedrukte woorden aan elkaar en leer je verbanden te leggen in plaats van de dik gedrukte woorden reproduceren.

Daarnaast kun je oefenen met vragen die met het onderwerp te maken hebben.


Slide 10 - Tekstslide

Meest gemaakte fouten

1. Er worden halve antwoorden gegeven (bijv. geen uitleg geven terwijl daar wel om wordt gevraagd).
2. Onderdelen worden door elkaar gehaald door het te snel trekken van conclusies (begeleidende informatie wordt soms verkeerd of te snel gelezen).
3. Er worden geen verbanden gelegd bij nieuwe situaties en voorbeelden.


Slide 11 - Tekstslide

halve antwoorden
Wat is een amfibie?
De vraag was: wat ís een amfibie en niet: geef een voorbeeld van een amfibie.
Je kunt hier dus niet volstaan met: een kikker. 
Daarmee leg je nog niet uit wat een amfibie is. 
Je mag je antwoord natuurlijk wel verduidelijken met een voorbeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Niet goed de begeleidende tekst lezen

Sophie maakt een natuurgetrouwe tekening van een bruine boon.
Ze kleurt de boon in en geeft met horizontale lijnen het poortje en de navel aan. 

Vraag 1: noem nog twee zichtbare kenmerken van de bruin boon bij een buitenaanzicht.
Geef dus niet de antwoorden die al in de tekst worden genoemd!

Slide 13 - Tekstslide

Er worden geen verbanden gelegd

Raél snijdt een pitje van een watermeloen door midden.
Hij is verbaasd dat de binnenkant van het pitje wit is ipv zwart. zoals de buitenkant.

Leg uit waarom een pitje van een watermeloen aan de binnenkant een andere kleur heeft dan aan de buitenkant.

Slide 14 - Tekstslide

Leerlingen schieten vaak in paniek, omdat ze helemaal niets geleerd hebben over een watermeloen.

In dit voorbeeld moet je bedenken dat een pitje een zaad is. 
Daarna bedenk je wat je allemaal weet van zaden.
Dan kun je vast wel bedenken dat de zwarte buitenkant de zaadhuid is en de witte binnenkant de zaadlobben.
Je schiet vaak in paniek, omdat je helemaal niets geleerd hebt over een watermeloen.

 

In dit voorbeeld moet je bedenken dat een pitje een zaad is.
Daarna bedenk je wat je allemaal weet van zaden.

Dan kun je vast wel bedenken dat de zwarte buitenkant de zaadhuid is en de witte binnenkant de zaadlobben.
Want dat was wél iets wat je moest leren.

Slide 15 - Tekstslide

oefenwebsites
www.biologiepagina.nl (Heeft de meest overzichtelijke website en geeft alternatieve uitleg en vragen)

www.biodoen.nl
www.bioplek.org
www.bioquest.nl
www.biodesk.nl

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link