H3 - week 16 - Formuleren H1, 2, en 6 - les 3

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Tekstslide

- Stillezen
- Formuleren H1, 2 en 6 
- Aan het werk!


Doel:
- Je kunt zinnen juist begrenzen;
- Je kunt samentrekkingen juist schrijven;
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
7:30

Slide 3 - Tekstslide

Wannneer zet je komma's of hoofdletters:

Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. 
In samengestelde zinnen worden de zinnen meestal van elkaar gescheiden door een komma, een puntkomma of een dubbele punt:

– Wereldrecords kunnen niet steeds opnieuw verbroken worden, want er zit een grens aan de mogelijkheden van het menselijk lichaam.
– Ik ga graag naar het buitenland op vakantie; ik vind Nederland maar saai.
Formuleren H1

Slide 4 - Tekstslide

Wannneer zet je komma's of hoofdletters:

Je kunt zinnen ook samenvoegen, maar dan moet je een voegwoord gebruiken:
– De leraar legde de som stap voor stap uit, maar de klas begreep er niets van.
Hoewel de leraar de som stap voor stap uitlegde, begreep de klas er niets van.
Formuleren H1

Slide 5 - Tekstslide

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:

1. Een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin geschreven:
*Veel mensen vinden het moeilijk om nee te zeggen. Omdat ze bang zijn een ander te kwetsen.

2. Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte samengevoegd:
*Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende landen door Duitsland bezet, hier kwamen veel mensen tegen in opstand.

Formuleren H2

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat:
Maken en lezen
Formuleren H1: Opdracht 3
- Iedereen maakt hem nu op papier. 




Leren:  regels formuleren H1, 2 en 6

Wanneer:
Deze week en volgende week. 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Samentrekking = herhaalde woorden (woordgroepen) weglaten in een zin. 

Voorwaarden:

De weggelaten woorden...
1.  hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort), 
2. hebben dezelfde betekenis 
3. hebben hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.
Formuleren H2

Slide 8 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.


2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.


3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.


4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.






Stappenplan controle samentrekking
Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.

Slide 9 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.

2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.

3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.












Formuleren H2
Op de camping wordt een zwembad aangelegd en stacaravans geplaatst.

Slide 10 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.

2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.

3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.












Formuleren H2
Samira werd op kamp ziek en door haar ouders opgehaald.

Slide 11 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.

2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.

3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.












Formuleren H2
Het boek Pijn won de Jonge Jury 2018 en heb ik meteen gelezen.

Slide 12 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.

2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.

3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.












Formuleren H2
Isolde gaat naar een feestje en Roan over op de nieuwste versie van Windows.

Slide 13 - Tekstslide

1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.

2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.

3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.












Formuleren H2
Het publiek heeft de spelers teruggeroepen en een staande ovatie gegeven.

Slide 14 - Tekstslide

In de volgende zinnen zit misschien een fout, misschien niet. In welke zit er wel een? En zo ja, welke zit er dan in?

Verbeter de foute zinnen. 
Formuleren H2
Het winnende team kreeg een beker en de overige teams een vaantje.

De taart was een echt kunstwerk en hebben wij veelvuldig gefotografeerd.

Kylian besloot de bus te nemen en Pauline de tram.

Tristan ging ’s morgens surfen in Scheveningen en ’s middags op internet.

Die galajurk heeft Veerle in de uitverkoop gekocht en door haar moeder laten vermaken.

Zij heeft haar vriendin opgebeld en uitgelegd wat er aan de hand was.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat:
Maken en lezen
Formuleren H1: Opdracht 1, 2, 3 en 7
Formuleren H2: Opdracht 1, 2 en 3
Formuleren H6: Opdracht 1, 2 en 3 

Leren:  regels formuleren H1, 2 en 6

Wanneer:
Deze week 

Slide 16 - Tekstslide