2. Laatste letter -d of -t

Nederlands

Spelling  par. 2 Laatste letter -d of -t
Blz. 230



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Spelling  par. 2 Laatste letter -d of -t
Blz. 230



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Regel?
Hoe weet je of je een woord moet schrijven met 
een -t of een -d?

Slide 17 - Tekstslide

Regel?
Hoe weet je of je een woord moet schrijven met 
een -t of een -d?

Gebruik de verlengproef!

Slide 18 - Tekstslide

De verlengproef



Maak het woord langer met-e, -en of -eren.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld

  • Root of rood?


  • Langer maken met -erode

  • Je hoort een -d, dus je schrijft: ROOD.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld

  • Kint of kind?


  • Langer maken met -erenkinderen


  • Je hoort een -d, dus je schrijft: KIND.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld

  • Patiënt of patiënd?


  • Langer maken met -en: patiënten


  • Je hoort een -t, dus je schrijft: PATIËNT.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Je maakt opdr 1 t/m 6 (blz. 230)

Je werkt 10 min in stilte

Klaar? Lezen

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel


  • Je kan:

Bepalen of je het aan het eind van een woord (geen persoonsvorm in de tegenwoordige tijd) een -d of 

een -t moet schrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

     Tips & Tops????
 

Slide 25 - Tekstslide