3.2 Het bestuur van de stadstaat

3.2 Het bestuur van de stadstaat
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Het bestuur van de stadstaat

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Zie leerdoelenkaart

Slide 2 - Tekstslide

Lees eerst LD 1

Slide 3 - Tekstslide

Bestuurders en onderdanen

Slide 4 - Tekstslide

 Bestuurders en onderdanen
  • Griekse stadstaten bestuurden zichzelf -> onafhankelijk
  • Tot de 8e eeuw v. C.:  monarchie (een staat met een vorst).
  • Was erfelijk en alleenheerschappij
  • Na 8e eeuw v. C.: aristocratie (regering van een groep belangrijke mensen)


Slide 5 - Tekstslide

Goede en slechte tirannen

Slide 6 - Tekstslide

Goede en slechte tirannen
  • Na aristocratie werd Griekenland een tirannie
  • Tiran: iemand die op een onwettige (niet volgens de regels) manier aan de macht komt.
  • Je hebt goede en slechte tirannen:
- De rechtsspraak werd uitgevonden
- Bouwen van mooie gebouwen
- Misbruik maken van hun macht

Slide 7 - Tekstslide

Democratie

Slide 8 - Tekstslide

Democratie
  • Democratie is in het Oude Griekenland uitgevonden (507v.C)
  • Nieuwe bestuursvorm (na tirannie)
  • macht in handen van burgers
  • burger = vrije, volwassen man waarvan beide ouders in de stadstaat waren geboren

Slide 9 - Tekstslide

Nu kan je LD 1 bereiken! Lees daarna LD 2 en 3. 

Slide 10 - Tekstslide

Volksvergadering:
  • Kwam 40 x per jaar bij elkaar
  • Volksvergadering nam alle beslissingen over de stadstaat 
  • Bij belangrijke beslissingen moesten ten minste 6000 burgers aanwezig zijn. 
  • Vraag: kon iedereen burger worden? Wie niet?
  • Wat had het niet-burgerschap tot gevolg?

Slide 11 - Tekstslide

Nu kan je LD 2 en 3 bereiken! Lees daarna LD 4. 

Slide 12 - Tekstslide

einde democratie in Griekenland:
  • 338 V. C. 
  • oorzaak: koninkrijk Macedonië kreeg heerschappij over Griekenland.
  • Gevolg: Griekse stadstaten verliezen onafhankelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Nu kan je LD 4 bereiken! Lees daarna de rest van de leerdoelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Als een koning aan de macht is, noemen we dat een
A
tirannie
B
monarchie
C
aristocratie
D
democratie

Slide 15 - Quizvraag

Als het volk aan de macht is, noemen we dat een
A
tirannie
B
monarchie
C
aristocratie
D
democratie

Slide 16 - Quizvraag

Als één persoon aan de macht is, noemen we dat een
A
tirannie
B
monarchie
C
aristocratie
D
democratie

Slide 17 - Quizvraag

Burger of geen burger?
Een vrouw
A
burger
B
geen burger

Slide 18 - Quizvraag

Burger of geen burger?
Een man wiens ouders in de polis zijn geboren.
A
burger
B
geen burger

Slide 19 - Quizvraag

Burger of geen burger?
Een volwassen man wiens familie uit een andere polis komt.
A
burger
B
geen burger

Slide 20 - Quizvraag

waar of niet waar?
Een tiran is altijd slecht.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Omschrijf wat een aristocratie is.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video