4.2 Voortplanting mariene dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

4.2 Voortplanting mariene dieren

Bevruchting

• Extern
  - meeste mariene dieren
  - veel zaad- en eicellen tegelijk loslaten
  - genetische diversiteit
• Intern
  - hoge kans op bevruchting
  - zeezoogdieren, haaien en roggen

Voortplanting

• r-strategie
  - veel nakomelingen
  - weinig/geen ouderlijke zorg 
  - lage overlevingskans
• K-strategie
  - weinig nakomelingen
  - veel ouderlijke zorg
  - hoge overlevingskans

Larven

• Onvolwassen vorm van dieren die metamorfose ondergaan
  - minder competitie (+)
  - verspreiding (+/-)
  - minder zorg (-)
  - makkelijke prooi (-)
  - kwetsbaar (-)

Zalm

• Externe bevruchting, volwassen zalmen gaan dood
• r-strategie
• Alevin leeft van dooier
• Fry komt uit nest en gaat met stroming mee
• Parr als camouflage compleet is
• Smolt verliest camouflage en gaat naar zee

Blauwvin tonijn

• Externe bevruchting
• r-strategie
• Gezamelijk broedgebied waar mannetjes en vrouwtjes zaad- en eicellen loslaten in water
• Larven komen na 2 dagen uit en leven als zooplankton
• Als ze groot genoeg zijn als scholen in open oceaan

Oester

• Externe bevruchting
• r-strategie
• Water temperatuur zorgt dat mannetjes en vrouwtjes zaad- en eicellen loslaten in water
• Na 12 uur komen larven uit ei en leven als zooplankton
• Ontwikkelen schelp en voet en zakken naar bodem, vastzetten

Garnaal

• Externe bevruchting
• r-strategie
• Mannetje zet zakje sperma aan buik vroutje, als vrouwtje eitjes loslaat worden deze bevrucht
• Larven naar oppervlaktewater, vervellen, met stroming naar kust
• Postlarve jaagt actief, dan terug naar oceaan

Haaien en roggen

• Ovipaar
  - leggen eieren
• Ovovivipaar
  - eieren in baarmoeder
  - soms oophagy of embryophagy
• Vivipaar  
  - levende jongen in baarmoeder, met placenta gevoed

Werkcollege

• Practicum haai ontleden
• Werkcolleges afronden