Je kunt uitleggen dat bij bevruchting de eigenschappen van twee ouders bij elkaar komen.
Je kunt voorbeelden geven van voortplanting met bevruchting.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Doel van de les
Je kunt uitleggen dat bij bevruchting de eigenschappen van twee ouders bij elkaar komen.
Je kunt voorbeelden geven van voortplanting met bevruchting.
Slide 1 - Tekstslide
Samensmelten van de kern van de eicel met de kern van de stuifmeelkorrel
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje
Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Inwendige bevruchting
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je inwendige bevruchting. Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
De mannelijke voortplantingscel van een plant noemen we ....
A
de eicel
B
de stuifmeelkorrel
C
de zaadcel
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel celkernen heb je als de celkern van een eicel en de celkern van een stuifmeelkorrel samensmelten?
A
1 celkern
B
2 celkernen
C
4 celkernen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een erfelijke eigenschap?
A
kleur van je ogen
B
kleur van je trui
C
welk soort brood je eet
D
welke kleren je graag draagt
Slide 14 - Quizvraag
Welke twee van de onderstaande voorbeelden hebben erfelijke eigenschappen?
A
een camera
B
een boom
C
een hond
D
een steen
Slide 15 - Quizvraag
De vrouwelijke voortplantingscel noemen we....
A
stuifmeelkorrels
B
zaadcel
C
eicel
Slide 16 - Quizvraag
Uit welke twee celkernen bestaat een bevruchte eicel?
A
celkern van een eicel
B
celkern van een vrucht
C
celkern van een zaad
D
celkern van een stuifmeelkorrel
Slide 17 - Quizvraag
Tijdens de zalmtrek zwemmen zalmen van de oceaan naar de rivier waar ze ooit geboren zijn. In de rivier komen de zalmen samen om eitjes te bevruchten. Waar worden de eitjes van de zalmen bevrucht?
A
in de mannetjeszalm
B
in de vrouwtjeszalm
C
in het water van de rivier
D
in het water van de oceaan
Slide 18 - Quizvraag
Waar vindt de bevruchting van de eicellen van insecten plaats?