Donderdag 10 februari woordenschat h4/gram h4

Donderdag 10 februari
De leerlingen breiden hun woordenschat uit.
De leerlingen weten hoe tegenstellingen gevormd kunnen worden. 
De leerlingen kunnen in een zin, de pv, het wg, het ow en het lv vinden. 


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 10 februari
De leerlingen breiden hun woordenschat uit.
De leerlingen weten hoe tegenstellingen gevormd kunnen worden. 
De leerlingen kunnen in een zin, de pv, het wg, het ow en het lv vinden. 


Slide 1 - Tekstslide

Op welke drie manier kan een tegenstelling gevormd worden?

Slide 2 - Open vraag

amuzikaal

Deze tegenstelling is gevormd door
A
basiswoord + voorvoegsel
B
het voorvoegsel te vervangen
C
een heel ander woord

Slide 3 - Quizvraag

Koud

Deze tegenstelling van dit woord wordt gevormd door
A
basiswoord + voorvoegsel
B
het voorvoegsel te vervangen
C
een heel ander woord

Slide 4 - Quizvraag

relevant

Deze tegenstelling van dit woord wordt gevormd door
A
basiswoord + voorvoegsel
B
het voorvoegsel te vervangen
C
een heel ander woord

Slide 5 - Quizvraag

Bespreken opdr. 3

Slide 6 - Tekstslide

Verder met grammtica H4 
De zinsdelen die we tot nu toe hebben besproken zijn:
- verdelen van de zin in zinsdelen
- persoonsvorm
- wg 
- onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Verdeel in zinsdelen:
Tijdens de zomervakantie van 6 weken ga ik met mijn ouders naar Italië.

Slide 8 - Open vraag

Benoem pv - wg - ow
Wanneer zal de minister-president een persconferentie geven?

Slide 9 - Open vraag

Benoem pv - wg - ow
Door dit boek weet ik nu veel over de tweede wereldoorlog.

Slide 10 - Open vraag

Het vinden van het lijdend voorwerp.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de startopdracht en opdracht 1 en 2. Leer ook de woorden van woordenschat h4 die in Classroom staan. 

Slide 12 - Tekstslide