K. 4: Letzte Übungen

Grammatik A
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Grammatik A

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Sieh und höre dir das Musikvideo an. Was ist die Botschaft im Video?

Slide 3 - Open vraag

Maak bij ieder woord rijtjes als volgt:
sonnig / sonniger / sonnigst (am sonnigsten)

hoch

Slide 4 - Open vraag

Maak bij ieder woord rijtjes als volgt:
sonnig / sonniger / sonnigst (am sonnigsten)

viel

Slide 5 - Open vraag

Maak bij ieder woord rijtjes als volgt:
sonnig / sonniger / sonnigst (am sonnigsten)

gut

Slide 6 - Open vraag

Maak bij ieder woord rijtjes als volgt:
sonnig / sonniger / sonnigst (am sonnigsten)

schnell

Slide 7 - Open vraag

Maak bij ieder woord rijtjes als volgt:
sonnig / sonniger / sonnigst (am sonnigsten)

kalt

Slide 8 - Open vraag

Grammatik B

Slide 9 - Tekstslide

Herr Schouwenaars arbeitet hier länger .?. Herr Elshout.
A
als
B
dann
C
wie
D
denn

Slide 10 - Quizvraag

Frau Staffhorst arbeitet hier genauso lange .?. Herr Elshout
A
als
B
dann
C
wie
D
denn

Slide 11 - Quizvraag

Herr Elshout arbeitet hier nicht so lang .?. Herr Ebbens.
A
als
B
dann
C
wie
D
denn

Slide 12 - Quizvraag

Herr Elshout und Herr Van Velzen arbeiten hier .?. .
A
ebenso lange
B
gleich lange
C
genauso lange
D
längsten

Slide 13 - Quizvraag

Grammatik C

Slide 14 - Tekstslide

Ich wasche .?. die Hände.
A
meine
B
mir
C
mich
D
dir

Slide 15 - Quizvraag

Kannst du .?. vorstellen, dass du nächstes Jahr umziehen wirst?
A
du
B
dich
C
dir
D
sich

Slide 16 - Quizvraag

Ich rasiere .?. schon lange nicht mehr.
A
ich
B
mich
C
mir
D
sich

Slide 17 - Quizvraag

Freust du .?. schon auf den Urlaub?
A
sich
B
dir
C
dich
D
uns

Slide 18 - Quizvraag

Ich kaufe .?. nächsten Sommer ein schönes Auto.
A
mir
B
ich
C
mich
D
sich

Slide 19 - Quizvraag

Seid ihr .?. wirklich sicher?
A
euer
B
ihr
C
sich
D
euch

Slide 20 - Quizvraag

Grammatik D

Slide 21 - Tekstslide

.?. ihr dieses Jahr in der Schule etwas besser .?.
(werden, v.t.t.)

Slide 22 - Open vraag

Er .?. keine Ahnung, wie spät es wohl werden könnte.
(haben, o.v.t.)

Slide 23 - Open vraag

Es .?. gestern Abend sehr schön mit euch, danke!
(sein, o.v.t.)

Slide 24 - Open vraag

Letzte Woche .?. ihr auch dabei, oder?
(sein, o.v.t.)

Slide 25 - Open vraag

Du .?. doch versuchen, mit mir mitzukommen?
(werden, o.v.t.)

Slide 26 - Open vraag

.?. du .?., was ich dir gesagt habe?
(kapieren, v.t.t.)

Slide 27 - Open vraag

Im Jahre 2018 .?. ihr auch im Sommer.
(arbeiten, o.v.t.)

Slide 28 - Open vraag

Ich .?. mit ihm .?., dass wir uns um 10:00 Uhr treffen würden.
(vereinbaren, v.t.t.)

Slide 29 - Open vraag

Sie (= u) .?. sich Sorgen um meinen Bruder.
(machen, o.v.t.)

Slide 30 - Open vraag

.?. er nicht mehr?
(atmen, o.v.t.)

Slide 31 - Open vraag

Grammatik E

Slide 32 - Tekstslide

scheidbaar
niet-scheidbaar
vorbereiten
ausdehnen
wiederholen
besuchen
verdienen
enthalten
empfangen
aufmachen

Slide 33 - Sleepvraag

Redemittel

Slide 34 - Tekstslide

Zeg dat het gunstig zou zijn als de eerste dienst om acht uur begint. (4h)

Slide 35 - Open vraag

Vraag of hij van plan is, aan de kassa te pinnen. (4h)

Slide 36 - Open vraag

Zeg dat je op de eerste afbeelding een man ziet, die voor dit werk erg geschikt is. (4h)

Slide 37 - Open vraag

Zeg dat het je droom is om leraar te worden. (4v)

Slide 38 - Open vraag

Zeg dat je in de zomer graag ervaring in het buitenland op zou doen. (4v)

Slide 39 - Open vraag

Zeg dat op de kassabon staat dat de speciale aanbieding alleen voor dit merk geldt. (4v)

Slide 40 - Open vraag