4.1 Vlakke en ruimtelijke figuren en 4.2 Eigenschappen van vlakke figuren

Hoofdstuk 4: 
Meetkundige figuren 


4.1: Vlakke en ruimtelijke figuren
4.2: Eigenschappen van vlakke figuren 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: 
Meetkundige figuren 


4.1: Vlakke en ruimtelijke figuren
4.2: Eigenschappen van vlakke figuren 

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Vlakke en ruimtelijke figuren

Slide 2 - Tekstslide

Noem een vlak figuur
(2D) :

Slide 3 - Woordweb

Noem een ruimtelijk figuur
3D:

Slide 4 - Woordweb

Welke lijnen en figuren zie je?

Slide 5 - Tekstslide

 Tweedimensionale figuren

Slide 6 - Tekstslide

Ruimte figuren
Een ruimtelijk figuur 3D, dus niet plat 2D. 
Je kan ruimtefiguren vastpakken, ze hebben een hoogte.

Slide 7 - Tekstslide

Driedimensionale figuren

Slide 8 - Tekstslide

Driedimensionale figuren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

4.2 : Eigenschappen van ruimtelijke figuren 

Slide 12 - Tekstslide

Evenwijdig
Evenwijdige lijnen snijden elkaar nooit, ook niet als je ze langer maakt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Lijnen:


Welke mikado stokjes lopen evenwijdig.
Welke mikado stokjes staan loodrecht op elkaar?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Wat was ook al weer lijnsymmetrisch?

Wat was ook al weer draaisymmetrisch?

Slide 16 - Tekstslide

Lijnsymmetrie 

Slide 17 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijn- of spiegelsymmetrie. Met een spiegeltje kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur. 
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 18 - Tekstslide


Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?
A
Alleen het vliegtuig.
B
Alleen het verkeersbord.
C
Geen van beide.
D
Allebei.

Slide 19 - Quizvraag

Symmetrieas
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch. 
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 20 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Figuren kun je draaien om hun middelpunt. Wanneer je een figuur helemaal ronddraait, past hij weer precies op zichzelf.

Een plaatje of figuur kan draaisymmetrisch zijn. Een figuur is draaisymmetrisch als het precies op het origineel past na minder dan een heel rondje (360°) draaien.

Het punt waar de figuur omheen draait, noem je het draaipunt.

Slide 21 - Tekstslide


Welke figuren zijn draaisymmetrisch?
A
Alle drie.
B
Alleen 1. en 2.
C
Alleen 1. en 3.
D
Alleen 2. en 3.

Slide 22 - Quizvraag

Draaisymmetrisch
Deze figuur is draaisymmetrisch:

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk / Oefenen

NU rekenen -->

4.1: Vlakke en ruimtelijke figuren

Slide 24 - Tekstslide