SO3 les 7

SO3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SO3

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 

hoofdstuk 5 en 6
  • mening, argument en conclusie
  • lay-out van een tekst

+
lezen hoofdstuk 1+2+3+4
 
Taalverzorging

hoofdstuk
5 en 6
  • tussenletters 
  • werkwoord spelling
  • aan elkaar of los
  • schrijven zonder fouten 

Slide 2 - Tekstslide

Doel vorige les:
Ik kan samenstellingen met en zonder tussenletters goed spellen. 

Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven 

Ik kan werkwoorden in alle vormen en tijden goed spellen (met behulp van het schema voor de werkwoordspelling)

Ik kan schrijven zonder fouten 

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
lezen hoofdstuk 5: mening, conclusie en argument.

Slide 4 - Tekstslide

Maar wat weten we nog van de eerdere hoofdstukken... 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn hoofdzaken?
A
Het belangrijkste van een tekst samengevat in één zin.
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Wat in een tekst belangrijk is.

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdzaken 
  • wat in een tekst belangrijk is
  • lees je vaak in de inleiding en in het slot
  • Alinea: eerste en laatste zin bevat meestal de belangrijkste informatie 
  • let op tussenkopjes en dik gedrukte woorden

Slide 7 - Tekstslide

Wat kan een tekstdoel zijn?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
informeren
B
overtuigen
C
overhalen, tot handelen aanzetten
D
instrueren

Slide 8 - Quizvraag

Tekstdoel 
  • informeren
  • overtuigen
  • overhalen, tot handelen aanzetten
  • instrueren
  • adviseren
  • amuseren  

Slide 9 - Tekstslide

Verbanden en signaalwoorden.
Een opsomming herken je aan signaalwoorden zoals...
A
ten eerste
B
tegenover
C
maar
D
om te beginnen

Slide 10 - Quizvraag

Verbanden en signaalwoorden.
Een tegenstelling herken je aan de signaalwoorden...
A
tegenover
B
: (dubbele punt)
C
maar
D
1,2,3 (getallen)

Slide 11 - Quizvraag

Verbanden en signaalwoorden 
zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken: ze houden verband met elkaar

aan signaalwoorden zie je met welk verband je te maken hebt

Slide 12 - Tekstslide

Verbanden en signaalwoorden
Er zijn verschillende soorten verbanden. Deze moet je kennen:
  • Opsomming
    ten eerste, ten tweede, om te beginnen...
  • tegenstelling
    tegenover, maar, hoewel, echter...
  • voorbeeld
    bijvoorbeeld, zo, zoals..
  • oorzaak-gevolg
    dardoor, doordat, de oorzaak hiervan is...

In je boek staan meerdere signaalwoorden genoemd, bestudeer deze. 

Slide 13 - Tekstslide

Mening, argument en conclusie
Hoofdstuk 5 lezen
bladzijde 108

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 5
vanaf bladzijde 108
opdracht 1+2+3+4+5

Klaar:
  • Ga naar juf Melis en oefen de onderdelen die je lastig vindt: tussenletters, werkwoord spelling, aan elkaar of los en/of schrijven zonder fouten. 
    Of maak de opdrachten online.
  • Spreekbeurt voorbereiden: dinsdag 24 mei!!
    Uiterlijk aan mij hebben gestuurd via teams aan TGR

Slide 16 - Tekstslide