4.1 - Het rijk van de Franken - Les 2

4.1 Het rijk van de Franken
Deze les
-De betrouwbaarheid van bronnen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Het rijk van de Franken
Deze les
-De betrouwbaarheid van bronnen

Slide 1 - Tekstslide

Lees:
-Paragraaf 4.1 "Betrouwbaarheid van bronnen"

Slide 2 - Tekstslide

Zijn bronnen betrouwbaar?
Soms geven bronnen (teksten of plaatjes) de werkelijkheid weer. Vaak is dit ook niet het geval. De maker van de bron vergiste zich of gaf opzettelijk foute informatie. We moeten er dus op letten dat we niet alle informatie voor waar aannemen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie vragen kun je stellen om de betrouwbaarheid van een bron te controleren?

Slide 4 - Open vraag

Bedenk: Welke bron is betrouwbaarder als je wilt weten hoe de Griekse koning Alexander de Grote er uit zag?
Een beeld gemaakt tijdens zijn leven?
Een afbeelding uit een film gemaakt in 2004?
1. Wanneer is de bron gemaakt

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te weten wanneer een bron is gemaakt?

Slide 6 - Open vraag

Bedenk: Welke bron is betrouwbaarder?
Ik hoorde van mijn kapper, die het weer hoorde van zijn bejaarde oma, dat Nienke gaat trouwen.
Nienke vertelde mij net dat ze gaat trouwen!
2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?

Slide 7 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te weten hoe de maker aan zijn informatie is gekomen?

Slide 8 - Open vraag

Bedenk: Welke bron is betrouwbaarder?
Bram heeft blond haar en is vrij lang. Hij heeft bruine ogen en een beetje scheve tanden
Bram heeft een goddeijk lichaam. Een knap gezicht en de mooiste ogen die je ooit hebt gezien!
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te weten wat de bedoeling is van de maker van de bron?

Slide 10 - Open vraag

Voorbeeld

-Dit beeld is een reliekhouder. Botjes van Karel worden hierin bewaard om te vereren. Het is gemaakt in 1450.
-Vraag: geeft deze bron een betrouwbaar beeld van hoe Karel er uit heeft gezien?

Slide 11 - Tekstslide

1. wanneer is de bron gemaakt?
Antwoord: Op de vorige slide staat dat het beeld gemaakt is in 1450.

Betrouwbaar?: Nee. Karel de Grote stierf al in 814. De maker van de bron zal hem nooit zelf hebben gezien

Slide 12 - Tekstslide

2. Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen?
Antwoord: Die informatie hebben we niet.

Betrouwbaar?: We weten niet hoe de maker aan zijn informatie kwam. We weten alleen dat hij Karel zelf nooit ontmoet heeft.

Slide 13 - Tekstslide

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
Antwoord: Dit is een reliekhouder gemaakt van goud en zilver. Hij is gemaakt om te vereren.

Betrouwbaar?: Nee. De bedoeling van de maker was niet om een realistisch beeld te maken van Karel, maar om een prachtige reliekhouder te maken voor in de kerk.

Slide 14 - Tekstslide

Conclusie
Geeft dit beeld een realistisch beeld van het uiterlijk van Karel de Grote?

Nee. Het is veel later gemaakt en de maker heeft dus nooit Karel ontmoet. Bovendien was zijn doel om een prachtig beeld te maken dat vereert kan worden in de kark.

Slide 15 - Tekstslide

Oefening
-Je gebruikt bron 1 uit je tekstboek: "Een ruiterbeeldje van Karel de Grote"
-Vraag: Geeft deze bron een betrouwbaar beeld van het uiterlijk van Karel de Grote?

Slide 16 - Tekstslide

Is bron 1 betrouwbaar als je kijkt naar de periode waarin deze bron is gemaakt?

Slide 17 - Open vraag

Is bron 1 betrouwbaar als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen?

Slide 18 - Open vraag

Is bron 1 betrouwbaar als je kijkt naar de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 19 - Open vraag

Conclusie:Geeft bron 11 een betrouwbaar beeld van het uiterlijk van Karel de Grote? Leg uit.

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
HAVO: Maak vraag 8 van 4.1
VWO: Maak vraag 10 van 4.1

Slide 21 - Tekstslide

Maak een foto van je huiswerk

Slide 22 - Open vraag

Maak een foto van je huiswerk

Slide 23 - Open vraag