Tijd van jagers en verzamelaars

Tijdvak 1:
Tijd van jagers en verzamelaars

 Periode: De Prehistorie

Tijd: c.a. 200.000 v.C. tot 3000 v.C.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 1:
Tijd van jagers en verzamelaars

 Periode: De Prehistorie

Tijd: c.a. 200.000 v.C. tot 3000 v.C.

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen
  • Prehistorie: Periode van alleen ongeschreven bronnen
  • Historie: Periode waarin er ook geschreven bronnen zijn 

  • De prehistorie eindigt niet overal ter wereld op hetzelfde moment!
  • Als een volk een schrift ontwikkelt dan begint voor dat volk de historie en eindigt de prehistorie.

Slide 2 - Tekstslide

Archeologie
Een archeoloog zoekt overblijfselen van de menselijke samenleving, zoals gebruiksvoorwerpen. Oude voorwerpen kunnen je iets vertellen die over het leven van honderden dan wel duizenden jaren geleden.
Wat je vindt...
...mag je houden? Nee, dat is eigendom van de degene van wie de grond is. Heel voorzichtig onderzoeken acheologen de grond, laagje voor laagje. Net als jij vroeger, in de zandbak...
Bronnen uit de grond
Argeologen vinden in de grond bronnen die ons meer vertellen over het verleden, Een bot, stukje gereedschap of een gebruiksvoorwerp zoals een kleibeker of pijlpunt. Denk ook aan grafgiften, prehistorische boerderijen (hout is vergaan, maar laat een afdruk achter) en prehistorische stenen bouwsels.

Slide 3 - Tekstslide

Prehistorie
  • Uit ongeschreven bronnen zijn we veel te weten gekomen over hoe de prehistorische mens leefden.

  • Waar we weinig vanaf weten is hun cultuur.
    (Wat dachten ze? Waar geloofden ze in?).

Slide 4 - Tekstslide

1a: De levenswijze van jagers-verzamelaars
"Tijd in het verleden voordat er schrift was"






Deze tijd wordt bestudeerd door Archeologen (niet door historici)

Slide 5 - Tekstslide

De eerste mensen.   (geen leerstof)

  • Homo betekent mens
  • Homo habilis: 'handige mens' (ca. 2,1 - 1,5 miljoen jaar geleden)
  • Homo erectus: 'rechtopgaande mens' (ca. 1,9 miljoen - 140.000 jaar geleden)
  • Homo sapiens: 'wijze mens' (ca. 200.000 jaar geleden tot nu)
  • Homo neanderthalensis: 'Neanderthaler' (ca. 275.000 - 20.000 jaar geleden) 

Slide 6 - Tekstslide

Op deze wereldkaart wordt de verspreiding van de moderne mens (homo sapien) getoont. Zoals te zien is komt de homo sapiens uit Afrika.
 
Vanaf 50.000 v.C. verspreidde hij zich over de wereld. Eerst verscheen hij in Azië, omstreeks 42.000 v.C. kwam hij in Europa en Australië en ergens tussen 30.000 en 15.000 v.C. stak hij over naar Amerika. Andere menssoorten stierven toen uit, zoals de Neanderthaler, die tot 30.000 v.C. in Europa leefde.

Onbekend is waarom de moderne mens als enige overleefde.

Slide 7 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer max. 30)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 8 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
Rolverdeling tussen mannen en vrouwen (meestal):
  • Mannen jagen  - (gemiddeld) meer spierkracht dan vrouwen en waren niet ongesteld, zwanger of moesten borstvoeding geven aan baby's)
  • Vrouwen bleven meestal bij het kamp, zorgde voor de kleine kinderen en verzamelde voedsel (vruchten, noten, eetbare planten)

Eerst hadden ze alleen grove werktuigen zoals b.v. stenen bijlen zonder steel.

Vanaf 50.000 v.C. maakten ze ingewikkelder werktuigen zoals b.v. touwen uit plantenvezels, weerhaakjes van been (om te vissen) en pijlen en bogen.

Slide 9 - Tekstslide

Kunst
Vanaf omstreeks 30.000 v.C. zien we de eerste kunstuitingen van jager-verzamelaars. In Europa zijn vrouwenbeeldjes uit die tijd gevonden, de beeldjes hadden enorme buiken, borsten en heupen. 
In Zuid-Frankrijk en Spanje zijn grotschilderingen gevonden. Bijvoorbeeld tekeningen van runderen, herten en andere dieren waar ze op gejaagd hebben. 

De prehistorische kunst laat zien dat de cultuur van de jager-verzamelaars ingewikkelder werd. Mensen gingen denken in symbolen. Ze begrepen dat met een tekening op een rotswand iets anders kon worden bedoeld dan wat zichtbaar was.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

1b Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

Slide 12 - Tekstslide

Ontstaan van de landbouw
Het ontstaan van landbouw was een ingrijpende verandering, een revolutie, die de hele manier van leven veranderde.

Landbouwrevolutie  start ca. 10.000 v.C.  (eerst akkerbouw & ca. 8000 v.C. ook veeteelt)
Begon in het Midden-Oosten en werd door migranten verspreid naar Azië, Afrika en Europa.

Landbouwsamenlevingen (dorpen) ontstaan bij vruchtbare grond naast rivieren.

Los van het Midden-Oosten ontstond de landbouw ook zelfstandig in andere gebieden (zoals China rond 7000 v.C. en Amerika)

Slide 13 - Tekstslide

De landbouwrevolutie
Oorzaken:
  • Verandering in het klimaat +/- 10.000 v.C.
  • Dieren waarop gejaagd werden verdwenen

Waar: 
  • Als eerste: "Vruchtbare halve maan"

Gevolgen:
  • Cultuurvorming en bestuursvorming
  • Grotere groepen mensen mogelijk

Slide 14 - Tekstslide

Cultuur en bestuur?

Religie: Polytheïsme
Prehistorische mensen hadden een natuurgodsdienst met meerdere goden
(vooral "vruchtbaarheidsgoden", en leven/ dood)


Bestuur : 
Een stamhoofd met evt. raad van wijzen (ouderen) en/of spiritueel leider

Slide 15 - Tekstslide

Bronnen van boeren

Slide 16 - Tekstslide

Waar begon de landbouwrevolutie?
A
Amerika
B
China
C
Europa
D
Midden-Oosten

Slide 17 - Quizvraag

Waarom wordt de uitvinding van de landbouw een revolutie genoemd?
A
Het is een kleine verandering in de manier van leven van de mensheid
B
Het is een grote verandering in de manier van leven van de mensheid
C
Omdat het een uitvinding is die het leven een stuk makkelijker maakt
D
Omdat mensen vanaf toen in opstand komen tegen hun stamhoofd

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom de jagers-verzamelaars geen potten hadden en de boeren wel.

Slide 19 - Open vraag

1c Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 20 - Tekstslide

Van dorp naar stad
  • Op de vruchtbare grond langs rivieren kon meer voedsel geproduceerd worden dan nodig was voor de boeren zelf = Voedseloverschotten
  • Voedseloverschotten werden verhandeld => handel ontstaat.
  • Door meer voedsel, konden meer mensen blijven leven.

  • Handelaren gaan een nieuwe laag vormen (rijker!)
  • Mensen in nijverheid maken producten voor handelaren en boeren (schoenen, meubels, kleding, touwen, kisten, etc.)

Slide 21 - Tekstslide

Het ontstaan van steden
Stad = een van het platteland afgescheiden plaats met veel bewoners waarvan de meesten geen boer zijn.

  • Eerste stedelijke gemeenschappen ca. 3500 v.Chr  ontstaan.
  • De eerste steden ontstonden in Mesopotamië bij de rivieren de Eufraat en Tigris. 
  • Al heel daarna in China, Egypte en Midden-/Zuid Amerika
  • Steden hadden: bestuursgebouwen, pakhuizen en tempels.
  • Naast voornamelijk boeren: handel en nijverheid
  • Landbouw-stedelijke samenleving
Mesopotamië

Slide 22 - Tekstslide

Bestuur
  • Machtige steden worden stadstaten of zelfs staten.
  • Stamhoofd wordt Vorst (koning, farao, keizer)
  • Ambtenaren zorgen voor de uitvoering van het bestuur
  • Soldaten hielpen bij de verdediging en uitbreiding.

  • Priesters zorgden voor geloofszaken
  • Vorst was vaak ook opperpriester wat zijn gezag vergrote.

  • Boeren moesten een groot deel van hun oogst afstaan als belasting, zodat dit als salaris gegeven kon worden aan ambtenaren, militairen en priesters.
Sociale piramide Egypte

Slide 23 - Tekstslide

Het Schrift
Vanwege complex bestuur en handel zijn regels/ wetten en administratie nodig:

oplossing: Het schift
(eerste: spijkerschrift)

Is er Schrift = einde prehistorie

hiernaast "loonstrookje"  uit Mesopotamië

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een landbouwstedelijke samenleving?
A
Een samenleving waar de mensen voornamelijk bestaan dankzij de jacht en het verzamelen van voedsel.
B
Een samenleving waarbij iedereen boer is en woont in dorpen.
C
Een samenleving waar steden bestaan waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw.
D
Een samenleving waar de meeste goederen in fabrieken gemaakt worden. En het merendeel van de mensen woont in steden en werkt in de dienstensector.

Slide 25 - Quizvraag

Geef twee verschillende verklaringen waarom de voedseloverschotten in de landbouw de belangrijkste reden was voor het ontstaan van steden

Slide 26 - Open vraag

Waarom werd het Schrift uitgevonden?

Slide 27 - Open vraag

Voorbeeld bronvraag:

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Bron lezen:
wie?
wat?
waar?
wanneer?
waarom?
hoe?

We zoeken bewijs voor een vroeg-stedelijke samenleving.
- tijd?    (wanneer?)
- voorwerpen? (wat?)
- gebouwen? (wat?)
- bestuur?  (hoe?/ wie?)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide