Literatuur Les 10: De beweging van Tachtig en Literatuur & Migratie

Literatuur Les 10

De Beweging van Tachtig

(De Tachtigers)

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Literatuur Les 10

De Beweging van Tachtig

(De Tachtigers)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen
Les 6, 7, 8 en 9

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal van Saïdjah en Adinda maakt duidelijk dat binnen het cultuurstelsel:
A
de inlanders het meest de treurige gevolgen ondervinden
B
liefde tussen inlanders werd bestraft met de dood
C
dat liefde tussen inlanders en westerse mensen niet mocht
D
dat relaties tussen inlanders niet altijd geaccepteerd werden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordat ze Aagje leerde kennen schreef Betje Wolff:
A
gedichten en pamfletten over kolonialisme
B
gedichten en pamfletten tegen zeer streng gelovigen
C
gedichten en pamfletten tegen de uitbuiting van arbeiders
D
gedichten en pamfletten tegen de ondergeschikte positie van de vrouw

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welk jaar kregen vrouwen in Nederland actief kiesrecht?
A
1917
B
1918
C
1919
D
1915

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat is de naam van de eerste vrouw in Nederland die aan een universiteit afstudeerde als arts?
A
Wilhelmina Drucker
B
Geertruida Bosboom Toussaint
C
Aletta Jacobs
D
Cecile Goekoop-de Jong

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'Multatuli'?
A
Ik heb veel geleden
B
Ik heb veel geschreven
C
Ik heb veel gezien
D
Ik heb veel verantwoordelijkheden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de achttiende eeuw werd scholing steeds belangrijker. Er kwamen ook steeds meer leer-en leesboeken voor kinderen. Belangrijk was ook de oprichting van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Dankzij dit genootschap kregen voortaan ook:
A
arme kinderen les
B
meisjes les
C
meisjes en jongens verplicht basisonderwijs
D
nationale examens een eerste aanzet

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten moesten volgens het cultuurstelsel verbouwd worden?
A
rijst, koffie, thee, tabak, specerijen
B
koffie, thee, tabak, specerijen en suiker
C
kaneel, thee, tabak, suiker
D
rijst, kaneel, thee, koffie, specerijen en suiker

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welk jaar kregen vrouwen in Nederland passief kiesrecht?
A
1914
B
1917
C
1919
D
1921

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom nam Eduard Douwes Dekker ontslag als ambtenaar in Nederlands-Indië?
A
Hij had enorme heimwee naar Nederland
B
Hij had heimwee naar zijn vrouw en kinderen die daar nog woonden
C
Als protest tegen de slechte omstandigheden van de inlanders
D
Als protest vanwege de omstandigheden waaronder hij moest werken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpen belichten Wolff en Deken niet?
A
opvoeding
B
religie
C
vaderlandsliefde
D
vrouwenemancipatie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie had Max Havelaar in Lebak?
A
regent
B
resident
C
gouverneur
D
assistent-resident

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting had als doel meer "licht in de duisternis te brengen". Wat werd daarmee bedoeld?
A
meer kennis hebben leidt tot meer geluk
B
meer mogelijkheden voor de arbeidersklasse
C
meer ontplooiing van en voor vrouwen
D
religie toegankelijker maken voor alle mensen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk werk is niet van Eduard Douwes Dekker?
A
Woutertje Pieterse
B
Minnebrieven
C
Ideeën
D
Camera Obscura

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk tijdvak hoort bij de eerste feministische golf?
A
1850-1914
B
1914-1918
C
1880-1920
D
1870-1919

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de vier onderstaande begrippen hoort NIET bij de Romantiek?
A
contrastwerking
B
geschiedenis
C
vormvastheid
D
originaliteit

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is waar:

Jacob van Lennep:
A
wilde data en namen veranderen om er een roman van te maken en hier was Multatuli het direct mee eens
B
het boek laten zoals het was maar Multatuli wilde het toch anonimiseren
C
wilde van de roman een pamflet maken zodat het volk de hele waarheid leerde kennen
D
wilde veranderingen aanbrengen maar Multatuli was het daar niet meteen mee eens

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spinoza was geen voorstander van:
A
scheiding van kerk en staat
B
vrijheid van meningsuiting
C
vrijheid van denken
D
het idee dat God een menselijke gedaante zou hebben

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke schrijver hoort niet bij de periode van de Romantiek?
A
Nicolaas Beets
B
Willem Bilderdijk
C
Aernout Drost
D
Van Alkemade

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was volgens Spinoza NIET waar?
A
Dat de natuur zichzelf in beweging houdt
B
Dat God verantwoordelijk is voor de natuur
C
Dat geesten en wonderen niet bestaan
D
Dat de scheiding van kerk en staat een slecht idee is

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke van onderstaande begrippen hoor NIET bij de Romantiek?
A
onverklaarbaarheden
B
liefde en vriendschap
C
originaliteit
D
geschiedenis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vertellers heeft Max Havelaar?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welk jaar werd België een koninkrijk?
A
1830
B
1839
C
1850
D
1835

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Max Havelaar niet?
A
raamvertelling
B
sleutelroman
C
tendensroman
D
zedenroman

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur Les 10

De Beweging van Tachtig

(De Tachtigers)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Tachtigers (1880-1894)
  • De Tachtigers vormden een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse kunst en met name binnen de Nederlandse literatuur ca. 1880 tot 1894. In het werk van de auteurs die tot deze beweging worden gerekend kwamen het impressionisme en naturalisme sterk naar voren. 
  • De Tachtigers zijn vooral van belang vanwege de vernieuwing die zij aanbrachten in de poëzie. 
  • De Tachtigers kenden elkaar van hun studies of van sociëteiten, correspondeerden intensief met elkaar, leenden elkaar geld en investeerden in "hun" in 1885  opgericht nieuw literair tijdschrift De Nieuwe Gids, dat vooral in de begintijd over het algemeen met de beweging werd vereenzelvigd en zich sterk afzette tegen de reeds bestaande, meer behoudende De Gids.
  • Naast De Nieuwe Gids werd ook het sinds 1877 verschijnende weekblad De (Groene) Amsterdammer een belangrijk medium van de beweging. 
  • Hoewel het vooral een literaire beweging betrof, waren er ook kunstschilders en componisten die zich met de beweging associeerden.
  • MOTTO: Kunst om de kunst zelf: l'art pour l'art. (Geen moreel doel meer hebben, het ging om de kunst zelf.)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Willem Witsen
Willem Kloos
Hein Boeken
Maurits van der Valk

Impressionisme

Typerende kenmerken van het impressionisme zijn de gerichtheid op de beleving van het moment ('impressie'), de keuze voor thema's uit het 'moderne leven', de bijzondere aandacht voor lichteffecten en kleur, een schets-achtige werkwijze en het werken in de open lucht.

Tot de bekendste vertegenwoordigers behoorden kunstschilders als Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir, Édouard Manet, Edgar Degas en Paul Cézanne. De impressionisten exposeerden hun werk tussen 1874 en 1886 op acht door henzelf georganiseerde tentoonstellingen in Parijs. Na 1886 werd hun vernieuwers rol overgenomen door neo- en post-impressionistische groeperingen, hoewel de stroming ook na die tijd in diverse landen buiten Frankrijk nog belangrijke bloeiperiodes zou kennen.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Renoir
Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
 Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
 Over de gevels in mijn raamkozijn.
 Dan blies een jongen als een orgelpijp,
 De klanken schudden in de lucht zoo rijp
 Als jonge kersen, wen een lentewind
 In 't boschje opgaat en zijn reis begint.
 Hij dwaald' over de bruggen, op den wal
 Van 't water, langzaam gaande, overal
 
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
 
Van eigen blijheid om de avondrust.
Over het gehele werk
titels
De Nieuwe Gids

De Nieuwe Gids. Jaargang 3


Over dit hoofdstuk/artikel
titels
Mei


auteurs
Herman Gorter


*)
Eerste der drie Deelen van het aldus betitelde Gedicht, dat eerlang bij den uitgever dezes het licht zal zien.

Mei

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't boschje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggen, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.

Herman Gorter (De Nieuwe Gids. Jaargang 3)

Slide 31 - Tekstslide

Isaac Israels
Naturalisme
Naturalisme: stroming die een uitvloeisel was van het literaire realisme, en een reactie op de romantische literatuur. Beïnvloed door de ideeën van Auguste Comte, Karl Marx en Charles Darwin.

Kenmerken naturalistische literatuur:
  • een nerveus, overgevoelig personage als middelpunt van het verhaal 
  • ontnuchtering na hooggespannen verwachtingen
  • haat tegen de burgerij 
  • seksualiteit
  • écriture artiste  (woordkunst: het vermogen om gedachten en emoties mooi te verwoorden)
  • een personele verteller (i.p.v. een alwetende verteller)
  • pessimisme, determinisme en fatalisme 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Caravaggio

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nieuwe Gids
  • Het werk van de Tachtigers werd niet in de bestaande tijdschriften toegelaten, dus richtten ze in 1885 zelf een tijdschrift op. 
  • Schrijvers: Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden en Herman Gorter.
  • Literaire Kroniek, vast onderdeel van Kloos waarin hij de oude literatuur belachelijk maakte.
  • Revolutie in de Nederlandse literatuur, het morele doel van literatuur werd afgedankt. 
  • Geen auctoriale verteller meer, geen standpunt innemen, gebruik van spreektaal en grove taal en 'nieuwe' taal, de zogenaamde 'woordkunst'. (Moderne voorbeelden: draaideurcrimineel, opacriminaliteit, ramptoerisme.)
  • Willem Kloos: " Poëzie is een gave, van weinigen voor weinigen."
  • Het uitkomen van het tijdschrift was sterk verbonden met het leven van Kloos, die regelmatig depressies had. Kloos had angsthallucinaties, deed geregeld een poging tot zelfmoord en kwetste zijn vrienden. Soms kwam het tijdschrift dan niet uit of hij schreef het vol met kwetsende gedichten over zijn vrienden. 
  • Veel schandalen rond de schrijvers maar ook veroorzaakt door de schrijvers zelf: Julia, een verhaal van Sicilië, een 'nep' gedichtenbundel die ze aan recensenten gaven om te bekritiseren. Na de recensies werd bekendgemaakt dat het pure onzin was en zo maakten ze de literaire experts belachelijk.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tachtigers

De kleine Johannes (eerste deel) van Frederik van Eeden
de sonnetten en en literaire kritieken van Willem Kloos 
en de gedichten van Herman Gorter worden gezien als de belangrijkste werken van de Tachtigers.

Stemmingskunst: kunst is een weergave van een stemming of een emotie.

Kloos: "De allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie (heeft de allerindividueelste woorden nodig.)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen kenmerk van het naturalisme?
A
haat tegen de burgerij
B
een nerveus, overgevoelig hoofdpersoon
C
seksualiteit
D
de beleving van het moment

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk werk behoort
tot de werken
van de Tachtigers?
A
Max Havelaar
B
Camera Obscura
C
Reis naar het Apenland
D
De kleine Johannes

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen kenmerk
van het
impressionisme?
A
pessimisme
B
bijzondere aandacht voor lichteffecten en kleur
C
thema's uit het moderne leven
D
werken in de open lucht

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke schrijver behoort
niet tot de Tachtigers?
A
Couperus
B
Van Eeden
C
Van Effen
D
Gorter

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is geen
kenmerk van het naturalisme?
A
woordkunst
B
schets-achtige werkwijze
C
personele verteller
D
pessimisme

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat betekent
"l'art pour l'art"?
A
Dat kunst moet worden gebruikt om mensen te onderwijzen
B
Dat kunst moet worden gebruikt om God te eren
C
Dat kunst moet worden gebruikt om kunst te uiten
D
Dat kunst moet worden gebruikt om mensen te leren wat kunst is

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies