7.1 Begeleiden bij administratie

Module Wonen
7.1 Begeleiden bij administratie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WonenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module Wonen
7.1 Begeleiden bij administratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. AWR
  2. Terugblik
  3. Lesdoelen
  4. Theoretische gedeelte
  5. Aan de slag
  6. Afsluiting les

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 


- Heb jij nog vragen over de vorige les?
- Wat is je bijgebleven van de vorige les?





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Je omschrijft wat wordt verstaan onder de financiële administratie.
  • Je omschrijft de administratieve werkzaamheden die een begeleider op zich neemt.
  • Je stelt een kasboek, een mailing en een brief op en maakt notities, registreert en archiveert.
  • Je ondersteunt een cliënt bij diens (financiële) administratie.
  • Je maakt een gezamenlijke afspraak via een online planningstool.
  • Je stelt een begroting op.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het werkproces dat bij deze module hoort?
A
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënten bij huishouden
B
B1-K1-W3 ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
C
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij wonen
D
B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens je werk krijg je te maken met administratieve taken. Het gaat dan vooral om het opschrijven en bewaren van informatie. Zoals een e-mail sturen naar je collega of een notitie maken als je informatie krijgt die je later nodig hebt. Ook cliënten hebben een administratie. Er wordt bijvoorbeeld bijgehouden hoeveel geld er binnenkomt en uitgaat. Cliënten hebben regelmatig advies en ondersteuning nodig bij hun financiële administratie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Administratie
Administratie houdt in dat je informatie verzamelt, noteert, verwerkt, deelt met anderen en bewaart. Als begeleider werk je niet alleen met cliënten: ook het bijhouden van de administratie is een van jouw taken. Je verzamelt bijvoorbeeld informatie die gebruikt kan worden voor het begeleidingsplan van een cliënt. Je rapporteert bijzonderheden ten aanzien van de cliënt of je vult dossiers aan met contactgegevens. Je kunt ook namens de instelling waarvoor je werkt een brief schrijven aan naastbetrokkenen, bijvoorbeeld om ze te informeren over een activiteit die georganiseerd wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Administratieve taken
De volgende administratieve taken horen bij het werk van een begeleider:

  • een brief schrijven
  • een e-mail opstellen
  • een notitie schrijven
  • een (digitale) agenda beheren
  • een mailing maken
  • algemene informatie registreren
  • systematisch (digitaal) archiveren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financiële administratie
Alle organisaties en instellingen houden een financiële administratie bij. Deze bestaat uit het vastleggen, opslaan en beheren van alle financiële gegevens. Zo houd je zicht op de inkomsten en uitgaven. Het is voor een organisatie ook verplicht om financiële gegevens te bewaren. Bijvoorbeeld voor de Belastingdienst. Een financiële administratie kan bestaan uit jaarrekeningen, begrotingen, kasboeken, budgetten, uitstaande facturen, te betalen rekeningen en bankafschriften.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kasboek
Voor een overzicht van de financiën over een bepaalde periode gebruik je een kasboek. Dit is een boek (papier of digitaal) waar je alle inkomsten en uitgaven in noteert. Een kasboek geeft inzicht in de financiële situatie en kan je helpen om te beslissen waar je bijvoorbeeld op kunt bezuinigen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kasboek bijhouden

Een kasboek is eigenlijk een tabel waarin je per transactie bepaalde informatie noteert, zoals:
  • datum
  • nummer
  • omschrijving
  • inkomsten (debet)
  • uitgaven (credit)
  • kostenplaatsnummer: code die de boekhouder je geeft voor verschillende categorieën uitgaven; alle huishoudelijke uitgaven krijgen bijvoorbeeld de code H01.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begroten
Tijdens je werkzaamheden kan het voorkomen dat je een begroting opstelt. Dit is een totaaloverzicht van alle geschatte inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode of activiteit. Een begroting kun je om verschillende redenen opstellen. Zo krijg je beter inzicht in de gevolgen van een uitgave, het maakt inzichtelijk waarvoor je geld wilt gaan gebruiken en je kunt een schatting maken van toekomstige uitgaven en op basis daarvan een beslissing maken. In een begroting staan verschillende inkomsten en uitgaven, zoals personeelskosten, kosten voor huisvesting, afschrijvingskosten en kosten voor activiteiten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Budgetteren
Budgetteren is een manier om de inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen. Je brengt de financiële situatie in kaart en krijgt op die manier inzicht in hoe je evenwicht kunt bereiken of hoe je een financieel doel kunt behalen. Een budget is een vast bedrag dat je ergens aan kunt besteden. Denk maar aan je eigen situatie. Misschien heb je een maandelijks bedrag beschikbaar voor het kopen van kleding. Je budget staat dan vast en je kunt niet meer dan dat uitgeven. Zo werkt dat ook bij organisaties en instellingen. Je kunt nooit meer geld uitgeven dan dat je hebt, anders draai je verlies. Je kunt binnen je team een budget hebben voor bijvoorbeeld activiteiten, of voor verjaardags- en afscheidscadeaus van medewerkers.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van een begeleider bij de administratie van een cliënt?
A
De begeleider is ervoor verantwoordelijk dat de cliënt zijn administratie zelf bijhoudt.
B
De begeleider is verantwoordelijk voor de financiële administratie van de cliënt.
C
De begeleider moet ervoor zorgen dat de administratie wordt belegd met de juiste persoon.
D
De begeleider houdt de administratie van de cliënt bij.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt budgetteren in?
A
Budgetteren is een manier om alleen je inkomsten bij te houden.
B
Budgetteren is een manier om de inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen.
C
Budgetteren is een manier om alleen je uitgaven bij te houden.
D
Budgetteren heeft niets te maken met inkomsten en uitgaven.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruik je een kasboek voor?

Slide 18 - Open vraag

Voor een overzicht van de financiën over een bepaalde periode gebruik je een kasboek. Dit is een boek (papier of digitaal) waar je alle inkomsten en uitgaven in noteert. Een kasboek geeft inzicht in de financiële situatie en kan je helpen om te beslissen waar je bijvoorbeeld op kunt bezuinigen.
Wat is een budget?
A
Een budget is een vast bedrag dat je ergens aan kunt besteden.
B
Een budget zijn de vaste inkomsten die je maandelijks hebt.
C
Een budget zijn de uitgaven die je maandelijks hebt.
D
Een budget heeft niets te maken met het besteden van een bedrag.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat de financiële
administratie?


Slide 20 - Open vraag

Alle organisaties en instellingen houden een financiële administratie bij. Deze bestaat uit het vastleggen, opslaan en beheren van alle financiële gegevens. Zo houd je zicht op de inkomsten en uitgaven. Het is voor een organisatie ook verplicht om financiële gegevens te bewaren. Bijvoorbeeld voor de Belastingdienst. 

Een financiële administratie kan bestaan uit jaarrekeningen, begrotingen, kasboeken, budgetten, uitstaande facturen, te betalen rekeningen en bankafschriften.
Wat is een begroting?
A
Dit is een totaaloverzicht van ALLEEN je inkomsten.
B
Dit is een totaaloverzicht van alle geschatte inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode of activiteit.
C
Dit is een totaaloverzicht van ALLEEN je uitgaven.
D
Dit heeft niets te maken met inkomsten en uitgaven.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naar wie kan je je cliënt doorverwijzen voor hulp bij schulden?

Slide 22 - Open vraag

Als een cliënt betalingsachterstanden en/of schulden heeft, kun je hem op weg helpen naar de juiste instanties. Zoals SchuldHulpMaatje: hier kan iedereen met geldproblemen aankloppen voor gratis hulp van een deskundige.

Ook kun je doorverwijzen naar een professionele schuldhulpverlener van de gemeente. Deze brengt samen met de cliënt in kaart welk bedrag hij maandelijks zou kunnen aflossen. De schuldhulpverlener benadert vervolgens alle schuldeisers (de instanties/bedrijven waar de cliënt een schuld bij heeft) om hun een betalingsvoorstel te doen. Als de schuldeisers akkoord gaan, kan de cliënt zijn schulden gaan aflossen.
Huiswerk
Boek: Methodisch begeleiden
Thema , Begeleiden bij financiën en administratie
Opdracht 3 en 13

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies