2.7.2 Werkwoordspelling: zinnen met meerdere persoonsvormen

Hoofdstuk 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Samengevat:
3 manieren om de persoonsvorm te vinden:
  1. maak de zin vragend
  2. verander de tijd
  3. verander het aantal


Slide 4 - Tekstslide

Theorie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Werkwoordspelling
Korte uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

VT: zoek je de stam? Haal dan -en van het werkwoord af. 
Klinkt gek maar dan gaat het altijd goed met -te(n) of -de(n)

Slide 11 - Tekstslide

Beleven
stam= belev  
Hij beleefde een eng avontuur.
Suizen
Stam - suiz
Het suisde in mijn oren
Relaxen
stam= relax
Hij relaxte door de stilte.

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Uitgebreide uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zinnen met meerdere persoonsvormen

Uitgebreide uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Maakwerk - lees de opdrachten goed!
Blz. 68 (theorie)
Opdracht 8 t/m 15

Slide 17 - Tekstslide