In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je benoemt de verschillende vormen van interne communicatie.
Je herkent de cultuurdragers binnen een organisatie.
Je maakt onderscheid tussen de verschillende managementstijlen binnen een organisatie.
Je benoemt het verschil in formele informatie binnen een organisatie.
Je legt uit welk communicatie-effect een communicatiedoelstelling kan hebben.
Je benoemt de verschillende vormen marketingcommunicatie.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen formele en informele communicatie?
Slide 3 - Open vraag
Interne communicatiestromen
Slide 4 - Tekstslide
Interne communicatiestromen
Slide 5 - Tekstslide
Interne communicatiestromen
Verticale communicatie: communicatie die tussen lage en hoge functies in een organisatie loopt.
Slide 6 - Tekstslide
Stagiair Sjaak Linders legt uit aan zijn leidinggevende Anja de Breij hoe hij een klacht op de fanpage heeft afgehandeld.
Van welke vorm van interne communicatie is hier sprake?
A
Bottom-up communicatie
B
Horizontale communicatie
C
Top-down communicatie
Slide 7 - Quizvraag
Jannie Bongers overlegt met haar collega-secretaresse Moniek Verbeek wanneer ze een vergadering kunnen inplannen voor het managementteam. Van welke vorm van interne communicatie tussen de secretaresses is hier sprake?
A
Bottom-up communicatie
B
Horizontale communicatie
C
Top-down communicatie
D
Verticale communicatie
Slide 8 - Quizvraag
Je werkt net bij de McDonalds en vraagt een collega hoe het pinapparaat werkt. Dit is:
A
Horizontale communicatie
B
Diagonale communicatie
C
Parallele communicatie
D
Verticale communicatie
Slide 9 - Quizvraag
Je werkt bij een supermarkt en vraagt vrij aan je leidinggevende. Dit is:
A
Horizontale communicatie
B
Diagonale communicatie
C
Parallele communicatie
D
Verticale communicatie
Slide 10 - Quizvraag
Je ontvangt een e-mail van DVC met de mededeling dat er mondkapjes beschikbaar zijn. Dit is:
A
Horizontale communicatie
B
Diagonale communicatie
C
Parallele communicatie
D
Verticale communicatie
Slide 11 - Quizvraag
Mijn salaris voor december klopt niet. Ik neem contact op met het hoofd salarisadministratie. Dit is:
A
Horizontale communicatie
B
Diagonale communicatie
C
Parallele communicatie
D
Verticale communicatie
Slide 12 - Quizvraag
De manager van afdeling innovatie is in gesprek met een salesmedewerker. Van welke communicatiestroom is hier sprake?
A
Verticaal
B
Horizontaal
C
Diagonaal
D
Parallel
Slide 13 - Quizvraag
opgave 7
Sleep een blauw vakje naar één van de rode vakjes.
horizontale communicatie
verticale communicatie
mededeling van leidinggevende
mededeling van collega
Slide 14 - Sleepvraag
FORMELE COMMUNICATIE
INFORMELE COMMUNICATIE
Mededeling over winstuitkering
Lesuitval in de groepsapp
Discussie over saaie communicatieles met je klasgenoot
Je cijfer voor de communicatietoets
POP-gesprek met je SLB-er
Slide 15 - Sleepvraag
Organisatiecultuur
Een gemeenschappelijke verzameling van normen, waarden en handelingen binnen een organisatie
Slide 16 - Tekstslide
Symbolen
afpelbaar: logo is nog vrij makkelijk te veranderen
Bij Jumbo willen we dat onze klanten met plezier hun boodschappen bij ons doen. Dat het van een dagelijkse verplichting een beetje een feestje wordt. Wat belangrijk is voor de klant, is belangrijk voor ons.
Slide 20 - Tekstslide
Vier dagen per week komen de medewerkers van reclamebureau JtoB strak in het pak of in rok op kantoor, maar vrijdag is het spijkerbroekendag. Ook directeur Jaap Arends draagt een spijkerbroek op vrijdag. Van welke cultuurdrager is sprake?
A
Held
B
Norm
C
Ritueel
D
Waarde
Slide 21 - Quizvraag
In haar functioneringsgesprek krijgt webcaremedewerker Anouk Houtman het compliment dat ze altijd binnen de vastgestelde reactietijd antwoord geeft.
Van welke cultuurdrager is sprake?
A
Held
B
Norm
C
Ritueel
D
Waarde
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Leidinggeven
Autoritair leiderschap:
Geen tegenspraak
Dominant
Regie houden en zelf beslissen
Slide 24 - Tekstslide
Is een autoritaire leiderschapsstijl goed of fout?
goed
fout
Slide 25 - Poll
Situationele leiderschapsstijl
Binnen situationeel leiderschap is situational control een belangrijk begrip. Het verwijst naar de mate waarin leidinggevenden in staat zijn om het gedrag van hun medewerkers te beïnvloeden.
Voorbeeld van situationele leiderschapsstijl:
Als een werknemer zijn werk niet goed doet hoe reageer je dan als leidinggevende op de situatie?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Management by objectives
-SMART doelstellingen -medewerkers verzorgen zelfstandig de uitvoering - doelstellingen van een lager niveau zijn afgeleid van doelstellingen op een hoger niveau (doel-middelen keten) - manager en werknemer evalueren regelmatig
Slide 28 - Tekstslide
Welke leiderschapsstijl beschrijft dat de leidinggevende zelf alle beslissingen neemt zonder zich te laten beïnvloeden door medewerkers?
A
Autoritaire leiderschapsstijl
B
Consultatieve leiderschapsstijl
C
Management-by-objectives
D
Situationele leiderschapsstijl
Slide 29 - Quizvraag
De leidinggevende heeft geen vaste strategie, maar past zijn strategie regelmatig aan op wat voor de omstandigheden nodig is. Van welke leiderschapsstijl is hier sprake?
A
Consultatieve leiderschapsstijl
B
Management-by-objectives
C
Situationele leiderschapsstijl
Slide 30 - Quizvraag
Interne communicatie
Slide 31 - Tekstslide
Interne communicatie
Taakinformatie zorgt ervoor dat de activiteiten op het juiste moment door de juiste persoon worden gedaan.
Beleidsinformatie betreft informatie over de gang van zaken in de organisatie en de strategie.
Slide 32 - Tekstslide
Interne communicatie
HR-informatie is informatie over personeelszaken, zoals procedures, regelingen, scholing, vacatures, huisregels en arbeidsvoorwaarden.
Motiverende informatie heeft als doel medewerkers enthousiast te maken en te houden.
Slide 33 - Tekstslide
De directeur legt in een memo uit waarom een aantal filialen in de nabije toekomst gesloten wordt.
Om welke soort formele informatie gaat het hier?
A
Beleidsinformatie
B
Motiverende informatie
C
Taakinformatie
Slide 34 - Quizvraag
De eigenaar van een winkel maakt maandelijks de ‘medewerker van de maand’ bekend.
Om welke soort formele informatie gaat het hier?
A
Beleidsinformatie
B
Motiverende informatie
C
Taakinformatie
Slide 35 - Quizvraag
MCE zal vanaf 2021 onderdeel utmaken van de brede opleiding Zakelijke Dienstverlening.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 36 - Quizvraag
Zorg ervoor dat de lokalen aan het eind van de dag netjes worden achtergelaten.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 37 - Quizvraag
Het is vanaf 1 december verplicht mondkapjes te dragen binnen het ROC.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 38 - Quizvraag
We zitten €50.000 van ons target af. Veel succes met het binnenhalen van de laatste orders van het jaar!
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 39 - Quizvraag
De dertiende maand wordt uitgekeerd bij het salaris van december.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 40 - Quizvraag
De pensioenregeling van ROC Nijmegen wordt voortaan ondergebracht bij ABP.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 41 - Quizvraag
De roosters voor periode 3 zijn vanaf nu beschikbaar.
A
Taakinformatie
B
Beleidsinformatie
C
HR-informatie
D
Motiverende informatie
Slide 42 - Quizvraag
Gedrag
Bij bovenstaande doelstelling wordt het gedrag als communicatie-effect beschreven. Het gaat hierbij om een doelstelling waarbij er binnen een bepaald tijdbestek een bepaalde hoeveelheid aan brochures moeten worden aangevraagd via de website. Dit is dus een duidelijk voorbeeld van een doelstelling die gericht is op het communicatie-effect gedrag.
Slide 43 - Tekstslide
Kennis
Bij bovenstaande doelstelling wordt het gedrag als communicatie-effect beschreven. Het gaat hierbij om een doelstelling waarbij alle inwoners geïnformeerd worden over de gewijzigde openingstijden. Dit is dus een duidelijk voorbeeld van een doelstelling die gericht is op het communicatie-effect kennis.
Slide 44 - Tekstslide
Communicatiemanager Alie Wiersma stelt de volgende doelstelling vast: ‘Binnen 2 maanden zijn er 45 brochures aangevraagd via de website’
Welk communicatie-effect beschrijft deze doelstelling?
A
Gedrag
B
Houding
C
Kennis
Slide 45 - Quizvraag
Marianne de Wit neemt de volgende doelstelling op in haar communicatieplan: ‘Binnen 2 maanden zijn alle inwoners geïnformeerd over de gewijzigde openingstijden.’
Welk communicatie-effect beschrijft deze doelstelling?