In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hst 1_economische doelmatigheid_les 2_par 1.3
Slide 1 - Tekstslide
Agenda les
terugblik vorige les consumenten en producenten surplus
Uitleg par 1.3 De perfecte markt
Opdrachten maken en bespreken
Zelf aan de slag
Huiswerk
Extra uitleg filmpje consumenten- en producenten surplus en evenwichtsprijs en hoeveelheid voor thuis
Slide 2 - Tekstslide
Consumentensurplus
Slide 3 - Tekstslide
Producenten Surplus
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Berekenen consumenten- en producenten surplus
Slide 6 - Tekstslide
Berekenen consumenten- en producenten surplus met voorbeeld getallen grafiek
Slide 7 - Tekstslide
Maak opdracht 1.12
Hoe: stil en zelfstandig.
Klaar: ga verder met opdracht 1.13
Tijd: 5 minuten
timer
5:00
Slide 8 - Tekstslide
1.12
1.12 a: teken de collectieve vraaglijn in figuur 1.3
Qv=-0,2P+10
1.12b. Wat is de bovengrens
van de betalingsbereidheid?
Verklaar je antwoord.
Slide 9 - Tekstslide
antwoord 1.12 a
Slide 10 - Tekstslide
antwoord 1.12 b
Het snijpunt van de vraaglijn met de verticale as geeft het bedrag aan dat de consument met de hoogste betalingsbereidheid voor het product wil betalen. De grafiek laat zien dat er vanaf deze prijs geen vraag meer is.
Slide 11 - Tekstslide
antwoord 1.12 c/d
Prijslijn € 20,-
Consumentensurplus
Slide 12 - Tekstslide
antwoord 1.12 e
1.12 e
1/2 x 600.000 x (50-20)=
€ 9 miljoen
Consumentensurplus
Slide 13 - Tekstslide
Maak opdracht 1.13
Hoe: stil en zelfstandig.
Klaar: ga verder met opdracht 1.14
Tijd: 8 minuten
timer
8:00
Slide 14 - Tekstslide
antwoord opdracht 1.13
1.13 a = gearceerde gebied
1.13 b
1/2 x (800.000- 600.000) x (20-10) + (20-10) x 600.000=
€ 7 miljoen
= toename Consumentensurplus
1.13 d.
(35-20)x 300.000 + 1/2 (35-20) x (600.000-300.000)= 6,75 miljoen
= daling consumentensurplus
Slide 15 - Tekstslide
Maak opdracht 1.14
Hoe: stil en zelfstandig.
Klaar: ga verder met opdracht 1.15
Tijd: 8 minuten
timer
8:00
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
1.14 b
Bij €5 want dan snijdt de aanbodlijn de verticale as. Dit houdt in dat bij €5,- en lager het aanbod nul is.