Gram ontleden herhalen en lv

Lesdoel
- je weet wat wel/niet goed ging bij de hoofdstuktoets H1 en 2
- je weet (weer) wat een pv, wg en ow is. 
- je kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoel
- je weet wat wel/niet goed ging bij de hoofdstuktoets H1 en 2
- je weet (weer) wat een pv, wg en ow is. 
- je kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom en introductie (5 min)
- Toets nakijken en analyseren / Lezen (15 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg lijdend voorwerp (5 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (5 min)


Slide 2 - Tekstslide

Toets
Je neemt je toets in stilte door!!!
1. Bekijk je toets
2. Tel je punten na
3. Vul het analyseformulier in (per onderdeel punten tellen)
4. Lever de toets en het analyseformulier in 
5. Vraag over je toets: steek je vinger op
6. Eerder klaar: ga lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Trailer: inleveren dinsdag 10 december, liefst via Magister

Tekstverbanden en signaalwoorden
Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband

Slide 4 - Tekstslide

Thuis speel ik veel spelletjes, maar geen computerspellen. 
a. Chronologisch verband (twee vingers)
b. Opsommend verband (drie vingers)
c. Tegenstellend verband (vier vingers)
d Toelichtend verband (vijf vingers)

Slide 5 - Tekstslide

Eerst was Gerrit leraar, daarna was hij decaan en later directeur. 
a. Chronologisch verband (twee vingers)
b. Opsommend verband (drie vingers)
c. Tegenstellend verband (vier vingers)
d. Toelichtend verband (vijf vingers)

Slide 6 - Tekstslide

Je moet een vliegticket kopen en je hotel betalen. Bovendien heb je op reis zakgeld nodig.
a. Chronologisch verband (twee vingers) 
b. Opsommend verband (drie vingers) 
c. Tegenstellend verband (vier vingers) 
d. Toelichtend verband (vijf vingers)

Slide 7 - Tekstslide

Ik lees graag een spannend boek, zoals 'Het meisje in de trein'.
a. Chronologisch verband (twee vingers)  
b. Opsommend verband (drie vingers)  
c. Tegenstellend verband (vier vingers)  
d. Toelichtend verband (vijf vingers)

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1, 2 en 4 blz. 103 - 106

Kijk zelf in stilte na, steek je vinger op als je een vraag hebt. 
Klaar? Begin alvast met grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 4: Lees de theorie op bla. 118 en maak opdracht 1, 2 en 4
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

Lijdend voorwerp (lv)
- is de persoon die iets overkomt 
- of het voorwerp dat iets ondergaat
- begint nooit met een voorzetsel
Stappenplan 
1. PV 
2. OW
3. WG
4. Wie/wat + WG+onderwerp

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Lees theorie op blz. 118 en maak opdracht 1, 2 en 4
Hoe: Individueel in stilte (je mag fluisterend een vraag stellen)

Klaar?:  
- werk verder aan je trailer
- ga lezen in je leesboek
- of steek je vinger op en vraag om een extra opdracht.

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt?
- je weet wat wel/niet goed ging bij de hoofdstuktoets H1 en 2 
- je weet (weer) wat een pv, wg en ow is.  
- je kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Hoe ging het?
Huiswerk voor vrijdag 6 december: opdracht 1, 2 en 4 afmaken.
Inleveren trailer: dinsdag 10 december

Slide 12 - Tekstslide