H4 - alles

Welke vier tekstverbanden heb je geleerd? Noteer ze in alfabetische volgorde met een komma en spatie ertussen. Je hoeft het woord 'verband' er niet achter te zetten
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke vier tekstverbanden heb je geleerd? Noteer ze in alfabetische volgorde met een komma en spatie ertussen. Je hoeft het woord 'verband' er niet achter te zetten

Slide 1 - Open vraag

bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort – ook jaartallen en data
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook (nog), verder, ten slotte, en, niet alleen … (maar) ook – ook liggende streepjes (–), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (•)
maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant … aan de andere kant
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband
Chronologisch verband

Slide 2 - Sleepvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een tegenstelling is en geef een voorbeeld.

Slide 3 - Open vraag

Noem zo veel mogelijk signaalwoorden waaraan je een tegenstelling in een tekst kunt herkennen.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp van de zin?
'We hebben vanwege ons goede gedrag een beloning gekregen.'
(Tip: maak zinsdelen, zoek de pv, het ow en wg in je hoofd)

Slide 5 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp van de zin?
Bouwbedrijf De Knorpot verbouwt de hele stad in zes jaar tijd.
(Tip: maak zinsdelen, zoek de pv, het ow en wg in je hoofd)

Slide 6 - Open vraag

Noteer de vragende voornaamwoorden uit de zin. Als het er meer zijn, zet er dan een komma en spatie tussen.
'Weet jij welk hoofdstuk we moeten leren voor aardrijkskunde?'

Slide 7 - Open vraag

Noteer de vragende voornaamwoorden uit de zin. Als het er meer zijn, zet er dan een komma en spatie tussen.
'Wat voor lucht hangt hier en wie heeft die lucht veroorzaakt?'

Slide 8 - Open vraag

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit de zin. Als het er meer zijn, zet er dan een komma en spatie tussen.
'Dit wordt weer zo'n dag waarop ik zulke slimme dingen ga zeggen.'

Slide 9 - Open vraag

Noteer de aanwijzende voornaamwoorden uit de zin. Als het er meer zijn, zet er dan een komma en spatie tussen.
We hadden hetzelfde idee, maar deze keer was ik sneller.

Slide 10 - Open vraag

Welk lidwoord plaats je voor onzijdige woorden?

Slide 11 - Open vraag

Noteer in het meervoud
fietsroute

Slide 12 - Open vraag

Noteer in het meervoud
kinderdisco

Slide 13 - Open vraag

Noteer in het meervoud
comité

Slide 14 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord en voltooid deelwoord van het woord:
lachen
Zet het woord 'en' ertussen.

Slide 15 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord en voltooid deelwoord van het woord:
nadenken
Zet het woord 'en' ertussen.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord en voltooid deelwoord van het woord:
biljarten
Zet het woord 'en' ertussen.

Slide 17 - Open vraag