Oefentoets 4.1 t/m 4.4 Duurzaamheid - klas 2

Diagnostische Toets
H4: Duurzaamheid
2e Klas
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische Toets
H4: Duurzaamheid
2e Klas

Slide 1 - Tekstslide

'De natuur gebruiken zonder onherstelbare schade aan te richten voor toekomstige gebruikers'

Welk begrip hoort hier bij?
A
Duurzame ontwikkeling
B
Fossiele energiebron
C
Duurzame energie
D
Broeikaseffect

Slide 2 - Quizvraag

Wat heeft CO2 te maken met het broeikaseffect?

Slide 3 - Open vraag

'Het idee dat er geen afval overblijft doordat alles wat de mens maakt gerecycled wordt'

Welk begrip hoort hier bij?
A
klimaatverandering
B
cradle to cradle
C
aantasting
D
stuwdam

Slide 4 - Quizvraag

Hernieuwbare energiebronnen hebben voor- en nadelen. Schrijf een voordeel en nadeel op van windenergie.

Slide 5 - Open vraag

In welke landen hebben de grootste voetafdruk?
A
Westerse landen
B
Ontwikkelingslanden
C
Aziatische landen
D
Zuid-Amerikaanse landen

Slide 6 - Quizvraag

Iemand zegt: ‘Er rijden steeds meer elektrische auto’s op de weg. Dat is duurzaam volgens veel mensen. Maar dat hoeft niet zo te zijn.'

In welk geval is elektrisch rijden niet duurzaam?

Slide 7 - Open vraag

Welke van onderstaande uitspraken klopt niet?
A
De meeste huizen in Nederland zijn nu beter geïsoleerd dan pakweg vijftig jaar geleden.
B
Het energieverbruik van de gemiddelde Nederlander neemt de laatste jaren af.
C
LED-lampen zijn energiezuiniger dan gloeilampen.
D
Automotoren verbruiken steeds minder energie per gereden kilometer dan vroeger.

Slide 8 - Quizvraag

Jette zegt dat haar ecologische voetafdruk lager is, omdat ze vegetariër is. Geef aan:
- Of de stelling van Jette klopt
- Waarom wel/niet?

Slide 9 - Open vraag

Wat werd er besproken bij het Klimaatakkoord van Parijs?
A
Er werd terug gekeken naar het verleden i.v.m. uitstoot van broeikasgassen
B
Er werden afspraken gemaakt over de toekomstige uitstoot van broeikasgassen
C
Er werd gesproken over diverse manieren om energie op te wekken
D
Er werden boetes uitgedeeld aan landen die de afspraken niet zijn nagekomen

Slide 10 - Quizvraag

Soms komen er lokale hongersnoden voor terwijl er wereldwijd voldoende voedsel is. De belangrijkste oorzaak hiervoor is...
A
verschil in ecologische voetafdruk.
B
verschil in dieet.
C
verschil in draagkracht van een gebied.
D
verschil in rijkdom.

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk het figuur.
Noem twee redenen waarom het aantal
auto’s wereldwijd toeneemt.

Slide 12 - Open vraag

(K) Beoordeel onderstaande stellingen.

I Er is een verband tussen het energiegebruik van een land en de voedselzekerheid in dat land.
II De ecologische voetafdruk van veel mensen laat zien dat de draagkracht van de aarde onder druk staat.

A
I en II zijn juist.
B
I is juist, II niet.
C
II is juist, I niet.
D
I en II zijn onjuist.

Slide 13 - Quizvraag

Neem de letters A, B en C over en geef van elk deel van het productieproces van een kledingstuk aan of het in een arm of in een rijk land plaatsvindt.
A Ontwerp
B Productie
C Verkoop

Slide 14 - Open vraag

(T) Beoordeel onderstaande stellingen . Geef van elke stelling aan of deze juist of onjuist is
.
I Hout is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.
II Steenkool is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron.
III Cacaobonen zijn een niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbron.

A
I en III zijn juist; II is onjuist.
B
I en II zijn onjuist, III is juist
C
I is juist, II en III zijn onjuist
D
I is onjuist; II en III zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Welke uitspraak is op dit moment juist?
A
Draagkracht v/d aarde heeft meer te lijden van de welvaartsgroei dan van de groei v/d wereldbevolking.
B
Geboortecijfers nemen af, dus de wereldbevolking is al aan het afnemen.
C
Verandering van dieet is van invloed op de draagkracht van een gebied.
D
Posters die oproepen tot ‘family-planning’ zijn van invloed op de draagkracht van een gebied.

Slide 16 - Quizvraag