Week 1

Les 1: Geluk zit in een klein ...
Doel: 
Teksten lezen en op basis daarvan een mening vormen over geluk. 
-----------------------------------------
Opbouw: 
Kort kringgesprek 
Introductieles geluk 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Geluk zit in een klein ...
Doel: 
Teksten lezen en op basis daarvan een mening vormen over geluk. 
-----------------------------------------
Opbouw: 
Kort kringgesprek 
Introductieles geluk 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAM AFSPRAKEN 
* A4 schrift / etui / opgeladen laptop
* Boek: we starten binnenkort met lezen! 
* Wat draag je bij aan het team? (haal/brengplicht)


Slide 2 - Tekstslide

Kort kennismakingsspel dmv vragen en bespreken teamafspraken. 
Geluk zit in een klein... 
Blz. 104
Opdracht 1 samen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2  samen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geluk zit in kleine dingen 
in ijsbloemen op het raam 
samen schaatsen gaan 
geluk zit in warme choco
of in een fijn boek
geluk zit in het gewone
het wacht om de hoek
Opdracht 3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor morgen:
 Opdracht 5 

(bladzijde 105)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2: Op zoek naar geluk
Doelen: 
* Structuur van een overtuigende tekst 
herkennen
*Standpunt en argumenten herkennen


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand overtuigen - hoe doe je dat? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog
In betoog wil je iemand overtuigen van jouw standpunt (mening). 
Je begint meestal met het geven van je mening. Daarna leg je uit waarom je die mening hebt. Dit doe je met argumenten
Om je betoog nog sterker te maken kun je gebruik maken van tegenargumenten. Om je eigen argumenten te versterken en de tegenargumenten af te zwakken gebruik je een weerlegging
Het weerleggen van argumenten betekent dat je aantoont dat de argumenten van je tegenstanders niet kloppen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: een betoog is altijd subjectief. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het woord filosofie komt uit het Grieks en betekent `liefde voor wijsheid`. 
Filosoferen is nadenken over vragen waar niet één goed antwoord op bestaat zoals ‘Bestaat de tijd?’.
DURF TE DENKEN
Geluk volgens filosofen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Blz. 106 -109 Opdracht 1 t/m 4 
  • We kijken zoveel mogelijk meteen samen na. 
  • Zachtjes samenwerken met buurman/vrouw mag!
  • Alles af is geen huiswerk!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3: Op zoek naar geluk
Doel: 
* Een betoog leren schrijven 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog 
WAT WAS DAT OOK ALWEER? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog
In betoog wil je iemand overtuigen van jouw standpunt (mening). 
Je begint meestal met het geven van je mening. Daarna leg je uit waarom je die mening hebt. Dit doe je met argumenten
Om je betoog nog sterker te maken kun je gebruik maken van tegenargumenten. Om je eigen argumenten te versterken en de tegenargumenten af te zwakken gebruik je een weerlegging
Het weerleggen van argumenten betekent dat je aantoont dat de argumenten van je tegenstanders niet kloppen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je een betoog 
Inleiding: geef je mening over het onderwerp
Middenstuk/ Kern:  elk argument / tegenargument met uitleg is 1 alinea! 
Slot: conclusie, herhaal kort je mening  en argumenten 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een betoog

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BOUWPLAN VOOR EEN BETOOG 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in ChatGPT 
Geef deze prompt in chatGPT: 
Schrijf een betoog van 200 woorden. De stelling is: Ik vind dat je geluk altijd moet najagen. Noem een aantal voor en tegenargumenten. Weerleg de tegenargumenten en sluit af met een conclusie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eens kritisch naar dit betoog 
Hoe kun je zien dat het een betoog is? 
Wat valt je op?  Noem 3 kenmerken 
Welke signaalwoorden herken je en wat voor verband geven ze aan? 
Wat vind je van de titel? 
Hoe herken je de conclusie? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht betoog 
Standpunt
Argument 1
Argument 2
Tegenargument 
Weerlegging
Conclusie 
Opdracht betoog schrijven
Zie Classroom 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies