Les 3

Periode 4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Periode 4

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
1) Benoemen van de 6 functies van evalueren.
2) Benoem het begrip evalueren.
3) 4 momenten van evalueren
4) PDCA-begrip benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Quiziz


Maak de quiziz
joinmyquiz.com


Slide 3 - Tekstslide

In het boek worden vier momenten genoemd die zich goed lenen om wat nadrukkelijker te evalueren. Welke vier momenten zijn dat?

Slide 4 - Open vraag

1. Begin van de les

2. Einde van de les

3. Na de les

4. Na een serie van lessen (langere periode)

Slide 5 - Tekstslide

Doelen vandaag 


1) Benoemen van 2 manieren van evalueren.


2) Benoemen van methoden om bovenstaande manieren uit te voeren. 

Slide 6 - Tekstslide

Manieren van evalueren
Product evaluatie =



Proces evaluatie = 

Slide 7 - Tekstslide

Product evaluatie 
 Gaat over het eindresultaat.

We onderscheiden dan kwantitatieve- & kwalitatieve evaluatie.


Kwantitatief = score, tijden, standen etc.
Kwalitatief = Kwaliteit van de wedstrijd/oefening. 

Slide 8 - Tekstslide

Proces evaluatie
 Gaat over de lesonderdelen.


Welke lesonderdelen bedoel ik? 



Slide 9 - Tekstslide

Proces evaluatie
Met lesonderdelen worden de didactische componenten bedoeld. 

Welke vragen kan je stellen?

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie vragen over:
Beginsituatie
Organisatie
Lesopbouw
Bewegingsvormen
Didactische werkvormen

Slide 11 - Woordweb

1. De beginsituatie
Heb ik de beginsituatie goed ingeschat (overschatten, onderschatten)?

Heb ik voldoende gegevens over de beginsituatie verzameld?

Heb ik voldoende rekening gehouden met bijzondere omstandigheden (deelnemers, randvoorwaarden)?
2. De lesopbouw

Heb ik de juiste lesindeling gekozen voor deze les?

Hoe verliepen de afzonderlijke lesdelen?

Heb ik de diverse lesdelen goed op elkaar afgestemd?

Slide 12 - Tekstslide

3. De organisatie
Was de les veilig, doelmatig en intensief?
Heb ik de juiste opstellingen gebruikt?
Heb ik de juiste groepjes gemaakt?

Heb ik de juiste organisatievormen gebruikt?

Heb ik organisatorische differentiatie toegepast?
4. de bewegingsvormen
Voldeden de bewegingsvormen aan de gestelde eisen? (6)

Heb ik de bewegingsvormen methodisch goed opgebouwd?

Waren er voldoende mogelijkheden voor differentiatie?

Slide 13 - Tekstslide

De didactische werkvormen

Heb ik de juiste didactische werkvormen gebruikt?

Hebben de didactische werkvormen tot het gewenste leergedrag bij de SB-deelnemers geleid?

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie methoden



Met welke methoden kan je het product evalueren?


Met welke methoden kan je het proces evalueren? 




Slide 15 - Tekstslide

 Product evaluatie methodes 
1. Wedstrijd

2. Prestatie proef 

3. Circuitvorm 

Slide 16 - Tekstslide

Proces evaluatie methoden
1. Individuele gesprekken

2. Groepsgesprekken 

3. Evaluatie formulier laten invullen


Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie-instrumenten

Voor het evalueren of meten van bepaalde effecten bestaan verschillende hulpmiddelen.

Slide 18 - Tekstslide

Welke evaluatie instrumenten ken je?

Slide 19 - Woordweb

Opdrachten
Maken: Opdracht 5,6,7,8,9, 10 

Klaar lesvoorbereiding Fase 3 (differentiatie)

Slide 20 - Tekstslide

CHECK
1) Benoemen van 2 manieren van evalueren


2) Benoemen van methoden om bovenstaande manieren uit te voeren. 

Slide 21 - Tekstslide

Vrijdag
Chiel
Thomas
Quinten
Mylan

Don

Slide 22 - Tekstslide

Op welke momenten kunnen we evalueren? 

Slide 23 - Tekstslide