In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H1.4 en 1.5 ionen en zoutformules
Slide 1 - Tekstslide
In deze LessonUp leer je
hoe je aan de formule ziet dat een stof een zout is
wat Romeinse cijfers in de naam van een zout betekenen
hoe een samengesteld ion is opgebouwd
hoe je een verhoudingsformule van een zout opstelt
hoe je dit doet met samengestelde ionen
Slide 2 - Tekstslide
= NaCl
keukenzout
Slide 3 - Tekstslide
Kijk goed naar de formules van de volgende stoffen: welke stoffen zijn zouten?
sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning
NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
LEER DE FORMULES EN DE LADING VAN IONEN UIT JE HOOFD!! (tabel 5 blz 26)
Slide 6 - Tekstslide
Heb je tabel 5 op blz 26 geleerd? Geef dan de formules van de volgende zouten: 1. aluminiumoxide 2. natriumsulfide 3. zilverchloride
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekent (III) in ijzer(III)oxide?
A
er zijn 3 ijzerionen
B
er zijn 3 oxide-ionen
C
de lading van Fe is 3+
D
de lading van oxide is 3-
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste naam van het zout FeO?
Tip: kijk naar de lading van oxide om te weten wat de lading van het ijzerion moet zijn
A
ijzeroxide
B
ijzer(II)oxide
C
ijzerdioxide
D
di-ijzeroxide
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste naam van Fe2O3?
A
di-ijzer-trioxide
B
ijzeroxide
C
ijzer(II)oxide
D
ijzer(III)oxide
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Samengestelde ionen
Een samengesteld ion is een groepje atomen met een lading
het totale aantal protonen van het hele groepje is niet gelijk aan het totale aantal elektronen
Op de volgende slide zie je een aantal voorbeelden van samengestelde ionen
Slide 13 - Tekstslide
Zes samengestelde ionen (LEREN!)
Slide 14 - Tekstslide
Uit hoeveel atomen bestaan de volgende ionen? wat is de lading? Noteer het als volgt: carbonaat = 1xC en 3xO, lading 2- Doe dit op dezelfde manier voor fosfaat, sulfaat, ammonium, hydroxide en nitraat
Slide 15 - Open vraag
wat is de formule van sulfaat?
A
SO32−
B
SO3−
C
SO42−
D
SO4−
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de formule van nitraat?
A
NO32−
B
NO3−
C
NO22−
D
NO2−
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de formule van hydroxide?
A
O2−
B
OH−
C
O−
D
OH2−
Slide 18 - Quizvraag
opstellen zoutformules
In het filmpje op de volgende dia wordt uitgelegd hoe je zoutformules opstelt met samengestelde ionen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
wanneer moet je in de formule van een zout haakjes gebruiken?
A
altijd
B
altijd bij enkelvoudige ionen
C
altijd bij samengestelde ionen
D
alleen bij samengestelde ionen die meer dan 1x voorkomen