Tijdvak 8. Burgers en stoommachines

Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines (1800-1900)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines (1800-1900)

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 8
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. 
32. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie 
33. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme, feminisme. 
34. Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. 
35. De opkomst van emancipatiebewegingen 
36. Discussies over de sociale kwestie

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken industriële revolutie
Begon in Groot-Brittannië:
  • Verbeterde landbouwtechnieken zorgden voor meer opbrengst.
    -> Meer opbrengst zorgt dat de prijzen dalen.
    -> Meer opbrengst zorgt voor bevolkingsgroei.
    -> Meer bevolking zorgt voor meer vraag naar kleding.
  • Boeren doen aan huisnijverheid om meer te verdienen.
    -> Meer huisnijverheid opbrengst zorgt dat de prijzen dalen.
  • Arme boeren trekken naar de stad (urbanisatie) om te werken in fabriek
      -> Wordt een nieuwe klasse in de samenleving: de arbeider

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken Industriële Revolutie
  • Ondernemers & uitvinders: investeren in uitvindingen zoals 'the spinning Jenny' 
  • Britse koloniale overheersing: grondstoffen e.d. importeren uit kolonies, bijv. katoen uit India. 
  • Rustig in GB: geen oorlogen
  •  Stoommachine: sneller, grootschaliger & goedkoper produceren (nodig: steenkool & ijzer). Maakt mogelijk: stoomtrein (transport!).

Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen industriële revolutie
Gevolgen:
  • van agrarisch-stedelijke samenleving naar industriële samenleving
  • massaproductie
  • urbanisatie/ verstedelijking
  • betere infrastructuur: spoorwegen, kanalen
  • bevolkingsgroei en ontstaan van klassensamenleving (arbeidersklasse)
  • ontstaan van het (modern) kapitalisme

Deze revolutie luidt het begin van de moderne tijd in.

Slide 5 - Tekstslide

Modern imperialisme
  • Meer kolonies
  • Aanzien
  • Grondstoffen
  • Afzetmarkten

Uiteindelijk één van de oorzaken voor het uitbreken van Eerste Wereldoorlog

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voortschrijdende Democratisering

Slide 8 - Tekstslide

Liberalisme:

Slide 9 - Tekstslide

De opkomst van het Socialisme
  • De politieke stroming die iets wilde doen aan de sociale kwestie is het socialisme.
  • Socialisten willen gelijkheid door wetten van de overheid en via vakbonden.

Slide 10 - Tekstslide

De sociale kwestie
De sociale kwestie = de discussie over de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. 
De sociale kwestie leidde tot het invoeren van sociale wetten


Slide 11 - Tekstslide

Nationalisme
Verlichting: elk volk recht op eigen natie --> Zelfbeschikkingsrecht

Verschillende vormen van nationalisme:
 staatsnationalisme (samenhorigheidsgevoel op basis van het grondgebied), 

cultuurnationalisme (samenhorigheidsgevoel op basis van cultuur), 

etnisch nationalisme (ook wel volksnationalisme genoemd; samenhorigheidsgevoel op basis van etnische verwantschap)

Kortom: voorliefde voor je eigen volk/vaderland; zowel negatief als positief

Slide 12 - Tekstslide

Het feminisme
Emancipatiebeweging:
streven naar een volwaardige positie in de samenleving vanuit een achtergestelde positie --> gelijke rechten
±1890
  • Wilhelmina Drucker: gelijkheid
  • Aletta Jacobs: vrouwenkiesrecht
± 1970
  • getrouwd en toch mogen werken
  • emancipatie van de man

Slide 13 - Tekstslide

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof en de bijbel:
  1. Katholicisme
  2. Protestantisme

Ook een emancipatiebeweging:
Vooral het katholieke geloof was lang niet betrokken in de politiek.

Slide 14 - Tekstslide