In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Erfelijkheid en evolutie
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Serena laat voor haar 18e verjaardag een tatoeage zetten op haar bovenarm. Wat verandert hierdoor?
A
alleen haar fenotype
B
alleen haar genotype
C
zowel haar fenotype als haar genotype
Slide 2 - Quizvraag
In tekening 1 van afbeelding 1 hiernaast is een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend. Heeft het jonge dier hetzelfde genotype als het volwassen dier. En is het fenotype hetzelfde?
A
genotype is verschillend, fenotype is hetzelfde
B
genotype is hetzelfde, fenotype is verschillend
C
Genotype en fenotype zijn hetzelfde
D
Genotype en fenotype zijn verschillend
Slide 3 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een spiercel en een eicel van een vrouw. Welk geslachtschromosoom of welke geslachtschromosomen bevat de spiercel?
A
alleen X
B
alleen Y
C
X en X
D
X en Y
Slide 4 - Quizvraag
Een man en een vrouw hebben allebei een allel voor steil haar (A) en een allel voor krullend haar (a). Ze krijgen samen een kind.
Noteer de allelencombinaties die bij dit kind kunnen voorkomen.
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel chromosomen bevat de eicel van een mens?
Slide 6 - Open vraag
Taaislijmvliesziekte wordt veroorzaakt door een recessief gen (a). Wat is het genotype van nummer 7 in de stamboom?
Slide 7 - Open vraag
Taaislijmziekte wordt veroorzaakt door een recessief gen (a). Twee ouders zijn beide heterozygoot voor het gen dat taaislijmziekte veroorzaakt. Ze krijgen samen een dochter. Hoe groot is de kans dat deze dochter géén taaislijmziekte krijgt?
Slide 8 - Open vraag
PAH is een aandoening waarbij de bloedvaten in de longen vernauwd zijn. PAH kan verschillende oorzaken hebben. Eén daarvan is een erfelijke afwijking, veroorzaakt door een dominant gen (A). In de afbeelding zie je een stamboom van een familie waarin de erfelijke vorm van PAH voorkomt. Wat is het genotype van persoon P?
Slide 9 - Open vraag
PAH is een aandoening waarbij de bloedvaten in de longen vernauwd zijn. PAH kan verschillende oorzaken hebben. Eén daarvan is een erfelijke afwijking, veroorzaakt door een dominant gen (A). In de afbeelding zie je een stamboom van een familie waarin de erfelijke vorm van PAH voorkomt. Wat is het genotype van persoon Q?
Slide 10 - Open vraag
Is de onderstaande bewering juist of onjuist:
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan organismen met nieuwe genotypen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Is de onderstaande bewering juist of onjuist:
Een mutatie in een cel van de baarmoeder van een zwangere vrouw, kan verandering van het genotype van het embryo tot gevolg hebben.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de beste methode om de invloed van het milieu op het fenotype te bepalen?
A
Werken met organismen met hetzelfde genotype in dezelfde milieuomstandigheden
B
Werken met organismen met hetzelfde genotype in verschillende milieuomstandigheden
C
Werken met organismen met verschillende genotype in dezelfde milieuomstandigheden
D
Werken met organismen met verschillende genotype in verschillende milieuomstandigheden
Slide 13 - Quizvraag
Katherina zegt:
Marnix zegt:
Wie heeft gelijk?
De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting.
De chromosomen van de man bestaan uit 22 paar gelijke chromosomen en 1 paar ongelijke chromosomen.
A
Beide hebben gelijk
B
Alleen Katherina heeft gelijk
C
Alleen Marnix heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 14 - Quizvraag
Het skelet van de mens zoals dat er nu uitziet, is volgens de evolutietheorie ontstaan uit het skelet van voorouders door veranderingen in het erfelijk materiaal. Hoe wordt zo’n verandering in het erfelijk materiaal genoemd?
A
evolutie
B
rudimentair element
C
mutatie
D
genen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld? Kies de beste uitleg.
(Je kan op de afbeelding klikken dan wordt deze groter.)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.
Slide 17 - Quizvraag
Leg uit hoe de poolhaas aan zijn witte vacht is gekomen.
Gebruik de volgende termen: natuurlijke selectie -mutatie -variatie binnen de soort