Perron 3, les 1
1 / 30
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
gedicht
nieuwsbericht
recept
gebruiksaanwijzing
boek
Slide 7 - Sleepvraag
Welke tekstdoelen ken jij?
Weet jij ze alle 5?
Weet jij ze alle 5?
Slide 8 - Open vraag
A
instructie geven
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren
Slide 9 - Quizvraag
A
amuseren
B
activeren
C
instructie geven
D
informeren
Slide 10 - Quizvraag
Elke tekst heeft een doelgroep.
Wat bedoelen we met "doelgroep"?
Wat bedoelen we met "doelgroep"?
A
Een groep mensen met een doel.
B
Een groep mensen waar de tekst voor is geschreven.
C
Het doel van de groep.
Slide 11 - Quizvraag
peuters en kleuters
mensen die van voetbal houden.
mensen die bood-schappen moeten doen.
Mensen die van koken houden.
Slide 12 - Sleepvraag
Het onderwerp van de tekst=
A
Wat de schrijver wil vertellen.
B
Waar de tekst over gaat.
C
Waarom de schrijver de tekst schrijft.
Slide 13 - Quizvraag
De hoofdgedachte van een tekst.
Wat is dat?
Wat is dat?
A
Het onderwerp.
B
Het tekstdoel.
C
Wat de schrijver wil zeggen over het onderwerp.
D
Wat jij denkt van het onderwerp.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is intensief lezen?
Slide 16 - Open vraag
Wanneer lees je intensief?
Slide 17 - Open vraag
Welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel?
timer
1:00
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Een folder van de Lidl heeft als doel:
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
instructie geven
Slide 22 - Quizvraag
Overtuigen is een
A
Tekstsoort
B
Tektsdoel
C
D
Tekstvorm
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een reclametekst?
A
informeren
B
instructie geven
C
amuseren
D
activeren
Slide 24 - Quizvraag
In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil je......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren
